Afwijzing claims zet markt, industrie én wetenschap op scherp

30 maart 2012

chocolade-300x272 EFSA achtte het bewijs voor het oorzakelijk verband tussen cacao en handhaving van de normale bloeddruk onvoldoende. Foto's: EVMI, Lisette de Jong, Tom van der Meer

Zelfs nu de EU op het punt staat de generieke gezondheidsclaims om te zetten in wet, is de kritiek van het bedrijfsleven op de werkwijze van EFSA nog niet verstomd. Maar ook fabrikanten zelf hebben er schuld aan dat 80 procent van de claims is afgewezen. Dat bleek tijdens een symposium over claims van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Volgens prof. Martijn Katan staat de geloofwaardigheid van voedingsonderzoek op het spel.

EVMI achtergrond & analyse – Generieke gezondheidsclaims

Volgens Yvonne Huigen, senior public health officer van de NVWA, zal de lijst met generieke (artikel 13.1) gezondheidsclaims zijn weerslag hebben op de Nederlandse markt. Ze zei te verwachten dat foodfabrikanten de claims flink vaker zullen gaan gebruiken, niet alleen op hun verpakkingen en reclame-uitingen, maar ook steeds meer op social media.

Zij verwacht later dit jaar fors extra werk bij de controle op het juist naleven van die claims. “Dit is door de NVWA niet allemaal te doen. Daarom is er nu bij ons intern een discussie om bij gezondheidsclaims uit te gaan van zelfregulering.” Dat zou betekenen dat de NVWA de claims mogelijk niet actief gaat handhaven, maar pas optreedt als anderen aan de bel trekken.Huigen denkt dat instanties als de Reclame Code Commissie en de Keuringsraad KOAG/KAG voor voedingssupplementen geschikt zouden zijn om klachten van onjuist gebruik of misbruik van claims te beoordelen. In de farmaceutische industrie is zelfregulering al gangbaar.

Gemopper

Er staat veel op het spel voor de foodsector. Zo is bijvoorbeeld probiotica big business, stelt Martijn Katan, emeritus hoogleraar Voedingsleer van de Vrije Universiteit Amsterdam. Danone verkocht in 2006 voor 1,4 miljoen euro aan Actimel producten. Een consument betaalt voor Yakult 4,79 euro per liter tegenover 75 cent voor gewone yoghurt. De sector moppert dan ook behoorlijk over afgewezen claims en ondoorzichtige EFSA eisen. EFSA stelt dat de branche zelf mede debet is aan het grote aantal afwijzingen.

wim-saris-300x199 Wim Saris: 'Zeker de helft van de ingediende dossiers had in het geheel niet ingediend moeten worden."

Wim Saris, hoogleraar Humane Voeding aan de Universiteit van Maastricht en corporate scientist bij DSM Food Specialties en Top Institute Food and Nutrition, is het daarmee eens. “Zeker de helft van de ingediende dossiers had in het geheel niet ingediend moeten worden”, stelde hij. “Dit omdat die claims niets met wetenschap te maken hebben.”

Als wetenschapper bij DSM merkte hij echter ook op dat door het lange wachten op de EFSA-beoordeling, het risico aan het begin van het innovatietraject toeneemt en dat de return on investment (ROI) steeds langer duurt. “Dat maakt dat fabrikanten steeds huiveriger worden om het claimtraject in te gaan”, aldus Saris. “Zeker omdat acht op de tien foodbedrijven klein is.

Het is lastig de R&D-kosten op te brengen, nu het risico groter is.” Een daarmee samenhangende ontwikkeling is volgens Saris dat R&D wegvloeit uit Europa. Innovatie gaat wat meer richting de afzetmarkten, zoals naar China. “Door het eerst daar als test in de markt te zetten, kun je toch alvast wat verdienen, voor het naar Europa komt.” Volgens Saris is er naast veel kritiek op EFSA toch ook veel respect dat de organisatie in korte tijd de veelheid aan ingediende dossiers sterk consistent heeft beoordeeld.

Assessments

EFSA heeft in juli 2011 het laatste deel van de ruim 2700 door het NDA-panel van EFSA beoordeelde generieke gezondheidsclaims gepubliceerd. Alleen de evaluatie van claims op basis van botanische stoffen volgt nog.

Voorzitter van het NDA-panel Albert Flynn, hoogleraar aan het Ierse University College Cork, lichtte de werkwijze bij het beoordelen van de door de industrie aangeleverde dossiers, met relevante humane studies en andere ondersteunende onderzoeken, nog eens toe. “Het NDA panel beoordeelt eerst of de voeding of het ingrediënt voldoende gedefinieerd en gekarakteriseerd is en of het geclaimde effect een gunstig fysiologisch effect is. Daarna wordt de onderbouwing van de claim beoordeeld.” Daarbij wordt onderzocht of er een causaal verband is tussen de consumptie van het product en het geclaimde effect. Bovendien wordt gekeken naar de doelgroep en naar de voorgestelde condities voor gebruik van het product. Het resultaat van de beoordeling wordt vastgelegd in een opinie.

Het NDA-panel gaf 222 gezondheidsclaims een positieve beoordeling. Dat is slechts twintig procent van het totaal. De aangevoerde humane studies bleken volgens Flynn kwalitatief lang niet altijd voldoende. Zo was er vaak onvoldoende rekening gehouden met externe variabelen die de resultaten positief of negatief konden beïnvloeden. Ook de meta-analyses lieten te wensen over. Rapporten waren onvolledig of de resultaten werden selectief gepresenteerd. Daarnaast was voor veel voorgestelde gezondheidsclaims het bewijs voor een oorzakelijk verband zwak.

Claims voor cacao

Marianne Geleijnse, associate professor Humane Voeding aan de Wageningen Universiteit, gaf een inkijkje in de praktijk van het beoordelingstraject. Zij was in een subwerkgroep betrokken bij de assessment van cacao. Zij legde uit dat het NDA-panel de polyfenolen in cacao niet voldoende gekarakteriseerd vond, maar de flavanolen in de cacao wél. Het geclaimde effect van cacao was ‘vasculaire gezondheid’.

Het panel ging er daarbij van uit dat dit effect betrekking heeft op de instandhouding van een normale bloeddruk. In het ingediende dossier zaten twee meta-analyses, twee reviews, negen RCT’s (randomised controlled trials), waarvan er zes al in de meta-analyses zaten, en een observationele studie. De subwerkgroep heeft daar zelf drie RCT’s aan toegevoegd. Het bewijs van een bloeddrukverlagend effect van cacao-flavanolen uit de RCT’s bleek inconsistent, vertelde Geleijnse. Resultaten spraken elkaar tegen en het effect werd niet altijd bevestigd. In de wetenschappelijke opinie van EFSA over cacao en de handhaving van de normale bloeddruk werd dan ook geconcludeerd dat het bewijs voor een oorzakelijk verband onvoldoende was.

Goed onderzoek lastig

martijn-katan-200x300 Martijn Katan pleitte voor afschaffing van alle door de industrie gefinancierde voedingsonderzoeken van universiteiten.

Vicevoorzitter van het NDA-panel Henk van Loveren, tevens professor Immunotoxicologie aan de Universiteit van Maastricht en als hoofd sectie Immunotoxicologie en infectie verbonden aan het RIVM, gaf aan dat goed onderzoek verrichten lastig is. Effecten op de gezondheid hoeven niet altijd door het product/ingrediënt veroorzaakt te worden, maar dat kan ook door de werking van andere parameters komen. Katan deelt die visie. Hij vergeleek een hoog opgeleide, gezond etende vrouw die niet rookt, sport en af en toe een wijntje drinkt met een vrouw die obees is, rookt en ongezond eet. “De gezonde vrouw wordt 75 jaar en de ongezonde vrouw 60. Komt dat verschil dan door de vis, het sporten of de wijn? “ Katan wees er verder op dat goed onderzoek lang duurt en niet goedkoop is. “Maar het kost niet meer dan de bonus van een CEO”, grapte hij.

Bedreiging

Volgens Katan heeft de afwijzing van een groot deel van de claims zijn impact op de indruk die consumenten hebben van fabrikanten en voedingsonderzoek. Op verjaardagen zijn de opmerkingen niet van de lucht dat foodfabrikanten allerlei enge stoffen in hun producten stoppen en dan op basis van vage onderzoekjes zeggen dat het gezond is.

Katan stelde dat 60 procent van de Nederlanders het eens is met de stelling ‘Ik vertrouw onderzoekers niet langer omdat ze afhankelijk zijn van de industrie’. “Dit verlies aan vertrouwen is een serieuze bedreiging voor het gezondheidsaspect in voeding.” Hij gooide de knuppel in het hoenderhok door te pleiten voor afschaffing van alle door de industrie gefinancierde voedingsonderzoeken van universiteiten. “Dat kost wellicht onderzoekers hun baan, maar anders verliezen we onze baan allemaal.”[kader]

Claims voor probiotica

Eric Claassen, bijzonder hoogleraar Kennisvalorisatie in de Life Sciences aan de Erasmus Universiteit en professor Ondernemerschap in de Life Sciences aan de Vrije Universiteit Amsterdam ging in op de claims over probiotica. Die zijn alle afgewezen. Hij stelde dat de gezondheidseffecten van probiotica op diarree lastig te bewijzen zijn, simpelweg omdat diarree uit zichzelf na een paar dagen stopt. Hij vertelde dat veel claims zijn afgewezen op grond van de karakterisering. Volgens hem zijn slechts probiotica als L. acidophilus, Bifidobacterium, LGG en L. casei effectief, maar heeft niet iedereen er altijd baat bij. Claassen pleitte ervoor probiotica beperkt aan te bevelen; voor infectieuze diarree bij kinderen, AAD (antibiotica geassocieerde diarree), atopisch eczeem en enkele andere aandoeningen. Voor andere terreinen zou niet eens een dossier moeten zijn opgesteld, vond hij.[/kader]

Tekst: Tom van der Meer

Altijd op de hoogte blijven?