In de afgelopen twee jaar zijn er verschillende crises ontstaan, die hebben geleid tot hoge inflatie van (voedsel)prijzen. Deze crises zijn het gevolg van langlopende ontwikkelingen op het gebied van geopolitieke spanningen, klimaat en vergrijzing. 

Crisisbestendigheid is een vereiste geworden sinds mijn vorige artikel “Tekorten door de coronapandemie” in 2021. Sindsdien hebben de oorlog in Oekraïne, de stikstofcrisis, een uitbraak van vogelgriep, en arbeidsmarktkrapte voor stevige inflatie van (voedsel)prijzen gezorgd. Het zijn effecten van langlopende ontwikkelingen rondom geopolitieke spanningen, klimaat en vergrijzing. Verandering, en de daarbij komende onzekerheid, zijn nu de enige constanten.

Deglobalisatie

De coronapandemie legde de kwetsbaarheid van een geglobaliseerd voedselsysteem bloot. De oorlog in Oekraïne wreef dit feit nog eens in. “De pandemie en de oorlog hebben ons een les geleerd over afhankelijkheid”, zegt Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen. Net als de VS, komt de EU nu met een plan voor ontwikkeling van schone tech- nologieën en de winning van de benodigde grondstoffen binnen de eigen gemeenschap. Protectionisme en reshoring zijn het antwoord op de volatiele wereldmarkt, waar voorheen vertrouwde handelspartners nu lijnrecht tegenover elkaar staan. 
De internationale verwevenheid van de voedselindustrie is door jarenlange globalisering groot, waarbij landen vooral voedsel en producten produceren waar zij optimaal voor ingericht zijn. 

Voor het uitbreken van de oorlog wisten veel mensen niet dat Oekraïne, samen met Rusland, 30% van het graan en 75% van de zonnebloemolie en -meel in de wereldexport vertegenwoordigt. Nederland kreeg ook 60% van onze totale maïsvoerimport uit Oekraïne. Rusland is een grote leverancier van kunstmest wereldwijd. De inval in Oekraïne maakte plots een einde aan deze handel, met tekorten en prijsstijgingen tot gevolg.

Energiecrisis

Rusland was als olie- en gasleverancier met een invloedrijke economie voor menig multinational een belangrijke markt om in aanwezig te zijn. Het netwerk en de daarmee gemoeide investeringen waren groot. Daardoor kreeg de boycot op Rusland pas traag navolging door sommige bedrijven. Voor veel organisaties was het simpelweg te kostbaar om hun activiteiten in Rusland te staken. 

Ook de Europese energiesector ging jarenlang uit van Russisch gas. Bakkerijen, tuinbouwbedrijven en andere energie-intensieve bedrijven gingen gebukt onder hoge energieprijzen door onze afhankelijkheid van Russisch gas. Waar Rusland eerst zo´n 40% van de gashoeveelheid in heel Europa leverde, draaide het land door de oorlog met Oekraïne de gaskraan dicht. Door het marktmodel zijn de stroom- en gasprijzen onlosmakelijk met elkaar verbonden. De energieprijzen worden bepaald door de duurste technologie die op dat moment nodig is om aan de totale elektriciteitsnood te voldoen. Zelfs tuinbouwbedrijven die al overgestapt waren op alternatieve energiebronnen gingen daardoor failliet. 

Klimaat en natuur

In toenemende mate draagt ook de klimaatcrisis bij aan stijgende voedselprijzen. Na het hervatten van de tarwe-export uit Oekraïne, steeg de prijs van maïs door droogte in de Verenigde Staten en Europa. De te koude winter van 2022 in Zuid-Europa zorgde vervolgens voor ongekend dure paprika, komkommers en bloemkolen dit voorjaar. De tuinbouw zou dit normaal gesproken opvangen door kassenteelt van deze gewassen, maar de gasprijs reduceerde deze teelt. Droogte in Zuid-Europa zal ook in 2023 de prijs van olijfolie opdrijven.  
Ondertussen brak er in Nederland langdurig vogelgriep uit, waarbij ook gepleit werd voor minder pluimveehouderijen in Nederland. Deze opleving van een zoönose bracht, zo kort na de coronapandemie, extra aandacht met zich mee. Pluimveebedrijven opereren vaak in drukbevolkte gebieden en nabij natuurgebieden waar vogelgriep heerst onder de wilde vogelpopulatie. Hierdoor is de kans op besmetting van dieren en mensen groot. 

Zelf (mede)schuldig

De voedselproductie veroorzaakt deels zelf de moeilijke teeltomstandigheden door een bijdrage van een kwart van de wereldwijde CO2-uitstoot en, in Nederland, 50% van de stikstofuitstoot. De Nederlandse landbouw kreeg in 2022 de rekening gepresenteerd van decennialange hoge stikstofuitstoot ten koste van de natuur in de vorm van een nieuw stikstofbeleid. 
Maatregelen zoals halvering van de veestapel en gedwongen uitkoop van boeren werden genoemd. Deze drastische inkrimping bood weinig toekomstperspectief aan de landbouwsector. Als antwoord kwamen er boerenprotesten met blokkades met tractoren van snelwegen en distributiecentra van supermarkten. Vervolgens werd de BoerBurgerBeweging, een partij tegen de gedwongen uitkoop van boeren, bij de Provinciale Staten Verkiezingen in alle Provinciën de grootste. 
Verwachting is dat de uitvoer van de stikstofplannen, waarvoor de provinciën plannen moeten indienen, ernstige vertraging gaan oplopen. 

Krap

De schaarste en beperking van de ruimte in Nederland maakt het ontplooien van economische activiteiten onzeker en lastig. Stikstof die bouw- en infraprojecten tegenhoudt, personeelstekort, dringende woningnood en het halen van de ambitieuze klimaatdoelen. Groei en uitbreiding van bedrijven is al jarenlang slechts mondjesmaat mogelijk. 

Toch is er hoop, want er zijn genoeg ondernemers bezig een oplossing te bedenken. Bedrijven die succesvol binnen de grenzen opereren door een meer circulaire bedrijfsvoering zijn nu in het voordeel.

Vergrijzing

Na een tijdelijke onderdrukking door de coronapandemie zorgt de vergrijzing voor arbeidsmarktkrapte begin 2022. De toenemende vraag na de lockdown kwam samen met de start van de oorlog in Oekraïne en de daarbij komende prijsstijgingen. Het hoogtepunt kwam in het tweede kwartaal van 2022, toen het CBS 143 vacatures per 100 werkzoekenden meldde. 
In de voedselsector was de krapte het grootst in de horeca waar de vraagverschuiving tijdens de lockdown van horeca naar retail weer met een ruk terugschoof. Het personeel had ondertussen ander werk. Daardoor kampen horecazaken naast de hogere inkoopkosten voor grondstoffen met toegenomen loonkosten.

In de voedingsmiddelindustrie gaan vanaf nu tot 2030 24.000 werknemers met pensioen, 20% van de huidige bezetting. Daarmee doet de voedingsindustrie het beter dan de rest van de economie. Tegelijkertijd is er veel werk in ploegendiensten en in zware en koude omstandigheden. Nu werknemers kunnen kiezen, kan dit negatief uitpakken voor de industrie.
Alle crises hebben hun steentje bijgedragen aan een voedselprijsinflatie van 15% met nog verder prijsstijgingen in het verschiet, waardoor consumenten elk dubbeltje twee keer omdraaien. De inflatie zal naar verwachtingpas deze zomer afzwakken. In de hele keten, van boer tot de retail, is op de marges ingeteerd. 

Op eigen benen duurzaam

Verduurzaming, innovatie en lokaal opereren in de voedselsector is noodzakelijk om de stresstest van deze crises te doorstaan. De wereldhandel zal voorlopig nog onrustig zijn met niet aflatende geopolitieke spanningen, een oorlog in Oekraïne zonder einde in zicht en klimaateffecten op oogsten. Investeren in een lokale keten en flexibele ingrediëntenlijst kan een hoop bevoorradingsproblemen en bijbehorende prijsstijgingen voorkomen. In de EVMI verschenen al verschillende artikelen over deze beweging, waaronder een artikel over een samenwerking binnen de lokale keten tussen Royal Koopmans en CZAV over de lancering van Nedertarwe. 

Grafiek arbeidsmarkt EVMI 3-23 Grafiek CPI EVMI 3-23  

Bewust kopen op budget

De gestegen voedselprijzen zorgen voor een bredere interesse in de herkomst van het voedsel en het daarbij behorende verhaal, zodat er bewust gekozen kan worden voor kwaliteit en duurzaamheid. Hier liggen de kansen om te investeren in duurzame productiemethodes, waar interesse en vraag naar is. Nieuwsgierigheid naar lokale innovatieve landbouw, zoals verticale en regeneratieve landbouw, groeit.

Ook hightech oplossingen, zoals kweekvlees, worden met interesse gevolgd door consument en industrie. Zelfs tegenover insecten eten staan mensen welwillender, als ze tenminste wel eerst uitleg hebben gekregen over de duurzaamheidsvoordelen. En ondanks de gestagneerde groei van het marktaandeel van vleesvervangers door de prijsdruk, is de vraag naar plantaardige producten gegroeid. De klimaat- en stikstofcrisis hebben consumenten bewuster gemaakt van de schadelijkheid van dierlijke productie. Daarnaast is de prijs van dierlijke producten aanzienlijk gestegen, wat kansen biedt voor plantaardige alternatieven met een goede prijs-kwaliteitsverhouding. Meer lokaal inkopen gaat mooi samen met de behoefte van consumenten aan plantaardige versies van lokale, traditionele keukens. Ondertussen is er ook een masterplan om van de eiwittransitie een nieuwe economische motor van Nederland te maken, zoals in een artikel dat in februari jongstleden op de website van EVMI werd geplaatst: “Boeren die op grote schaal plantaardige eiwitten telen en consumenten die twee keer zoveel peulvruchten eten lijkt iets voor de verre toekomst, maar het is haalbaar binnen zes jaar. Dit stellen Wageningen University & Research, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie, Larive International B.V. en Next Food Collective, de vijf initiatiefnemers van het masterplan ‘Economically-Powered Protein Transition through Innovation in Chains’ (EPPIC).”

Waardering voor duurzaam

Investering in personeel en goede arbeidsvoorwaarden zijn belangrijk, niet alleen voor het werven maar ook voor het behouden van werknemers. In de horeca is er veel vraag naar producten en diensten die het werk verlichten en waardoor ook ongeschoolde mensen snel aan de slag kunnen. Tegelijkertijd is investering in de benodigde training van het personeel een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde. 

Ook kan focus op duurzaamheid in combinatie met innovatie het verschil maken in de strijd om werknemers. Robotisering kan de zware werkomstandigheden verlichten in de industrie en de werkplek aantrekkelijker maken voor beter opgeleid personeel met andere vaardigheden. De Nederlandse voedselindustrie is in drie jaar tijd opgeklommen binnen Europa van plek 3 naar 1 in de toepassing van robots. Ook hier zijn allerlei actieplannen en pacts in het leven geroepen om deze ontwikkeling te versnellen. De FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, betrekt de technologiesector actief bij de voedselproductie. In diverse projecten worden nieuwe manieren van voedselproductie ontwikkeld en getest. 

Bewustzijn groeit

Er is steeds meer bewustzijn over de impact van het mondiale voedselsysteem. Bedrijven die zich inzetten voor duurzaamheid en circulaire bedrijfsvoering plukken hier de vruchten van. De consument, investeerders en werknemers zijn op zoek naar de meeste waarde voor hun geld, nu waarde aan inflatie onderhevig is. Wie daar invulling aan kan geven kan ook in crisistijden goed verdienen.

Over de auteur

Nadat ze in 2008 afstudeerde aan de Wageningen Universiteit in Levensmiddelentechnologie heeft Isolde vooral in de marketing gewerkt in de voedselsector. In 2018 volgde ze een cursus wetenschapsjournalistiek en sinds begin 2023 werkt ze voltijd als freelance journalist.

Altijd op de hoogte blijven?