Eten wat de aarde schaft
Hoe ziet een gezond en regeneratief voedselsysteem in 2050 eruit? Volgens Imke de Boer, hoogleraar Dierlijke & Duurzame Voedselsystemen aan Wageningen Universiteit, moeten we terug naar een eenvoudiger voedselsysteem.
Gezond, plantaardig, eerlijk, duurzaam, lokaal en vers: dat zijn enkele belangrijke kenmerken van ons voedingspatroon van de toekomst.
Welke rol ziet De Boer hierin voor de levensmiddelenindustrie? “Ik hoop dat ze daar zelf over na gaan denken. Gezondheid zou daarbij voorop moeten staan.”
Ieder mens heeft volgens De Boer recht op gezonde voeding. “Het kopen van gezonde voeding is echter niet zo makkelijk. Daar moet je moeite voor doen. Ongeveer 80 procent van het aanbod in de supermarkt valt niet in de Schijf van Vijf, en draagt niet bij aan een gezond dieet. Niet alleen in de supermarkt is het ongezonde voedsel volop voorradig. Dat vind je op diverse plekken. Vroeger, tijdens een lange autorit met de kinderen op weg naar de vakantiebestemming, stopten we onderweg om bij de McDonalds te eten. Dat was uniek, we deden het één keer per jaar. Tegenwoordig kun je overal ongezonde voeding kopen. Het gaat om vet, suikerrijk, of enorm bewerkt voedsel. Daar is een rol voor de producent en retailer weggelegd. Ik krijg wel eens het weerwoord dat de consument een vrije keus moet houden. Maar is die keuze echt zo vrij? We worden op allerlei manieren beïnvloed door partijen die hun marketingbudget gebruiken om ons te verleiden hun ongezonde producten te kopen. Laat die bedrijven dat budget gebruiken om pro- ducten onder de aandacht te brengen die niet alleen goed zijn voor de consument, maar ook voor onze aarde en al haar bewoners.”
Imke de Boer
(© Linelle Deunk)
Imke de Boer
Imke de Boer is hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen aan Wageningen Universiteit en heeft het bedrijf De Boer en Voedsel. Als systeemdenker wil zij bijdragen aan een duurzame voedseltoekomst.
Van meer naar beter
In ons huidige voedingspatroon zijn we de aarde een beetje uit het oog verloren. “We moeten eten wat de aarde ons schaft. Daarmee bedoel ik zouden moeten consumeren wat we kunnen produceren, en niet andersom. Dat betekent een andere focus. Meer lokaal, meer uit het seizoen bijvoorbeeld. Vers voedsel, in kortere ketens, van boer naar consument. Minder bewerkt voedsel, een eerlijke prijs voor de boer, zodat deze weer beheerder wordt van het landschap. Om de aarde gezond te houden zouden we ook minder dierlijk voedsel moeten eten, ongeveer de helft minder dan nu.”
De derde pijler van onze visie is het creëren van een inclusieve economie
Deze punten komen terug in haar visie, ‘Re-rooting the Dutch Food System; from more to better’. Daarmee won ze in 2020 de Rockefeller Food System Vision Prize. Ze ontwikkelde de visie samen met een team van innovatieve boeren en creatieve landbouw- en milieuvertegenwoordigers, dat zij leidde samen met haar collega Evelien de Olde. Het gaat om een holistische visie, die vanuit verschillende standpunten is uitgedacht. Belangrijk is dat ze van alle actoren binnen het speelveld een bijdrage verwacht. De bal ligt dus nadrukkelijk niet alleen bij de boer, maar ook bij de consument, retailer, levensmiddelenindustrie en de overheid.
Drie pijlers
“Onze visie rust op drie pijlers. Daarbij is de draagkracht van onze aarde ons uitgangspunt. De eerste pijler benadrukt het belang van een circulair voedselsysteem voor een duurzame toekomst. De tweede pijler is het herstellen van de verbinding tussen de consument en de producent. Er is nu een grote afstand tussen de consument en de boer. De ketens moeten korter en transparanter. Daarnaast moeten we als samenleving bepalen hoe we willen dat ons voedsel wordt geproduceerd. Dit noemen we ook wel het sociale fundament. Ik vind dat ieder mens recht heeft op gezonde voeding en een eerlijk inkomen.”
“Voedsel moet worden geproduceerd met respect voor mens en dier. Dat betekent onder meer eerlijke prijzen voor voedsel, maar ook eerlijke lonen. De derde pijler van onze visie is dan ook het creëren van een inclusieve economie. Zaken die waarde toevoegen aan het totale systeem moeten echt worden betaald.”
Inclusieve economie
De Boer pleit voor een maatschappelijk binnenlands product in plaats van het bruto nationaal product. “Voor het creëren van een inclusieve economie is de duidelijkheid van milieuplafonds nodig. Deze plafonds voorkomen dat we het milieu samen te veel belasten. In combinatie met het sociale fundament geeft dit een veilige en eerlijke handelingsruimte voor ons voedselsysteem waarin het welzijn van mens, dier en aarde wordt gewaarborgd en een inclusieve economie kan ontwikkelen.”
Plantaardige voeding
Een duurzaam voedselsysteem is alleen mogelijk wanneer we de overstap maken naar een dieet van voornamelijk plantaardig voedsel. “Denk aan een verhouding van tweederde plantaardig en een derde dierlijk eiwit. Nu wordt zo’n 40 procent van onze landbouwgrond, zowel wereldwijd als in Nederland, gebruikt voor het telen van veevoer. Dit is inefficiënt. Het is beter wanneer we deze grond gebruiken voor de productie van voedsel dat wij direct zelf kunnen eten. Wellicht betekent dat wennen aan andere type gewassen.”
Voor koeien en andere dieren in de veeteelt blijft een dieet van gras en reststromen over. “Een matige hoeveelheid dierlijk voedsel past in een dieet dat gezond is voor de aarde en onszelf. Maar áls je ervoor kiest dieren te houden, dan moet een goed dierenwelzijn voorop staan. Daarmee bedoel ik dat de stal wordt aangepast aan de behoeften van het dier, in plaats van het dier aan de stal. Dat heeft nogal wat implicaties voor de manier waarop we dieren houden.”
Lokale economie
Volgens De Boer biedt Nederland voldoende ruimte om de Nederlandse bevolking van voedsel te voorzien. “We geloven in een sterke lokale economie, waarbij we de producten die we in Nederland kunnen telen ook in Nederland consumeren. Dat betekent natuurlijk niet dat we helemaal niks meer importeren of exporteren. Koffie, bananen en cacao zijn hier lastig te verbouwen. Prima wanneer je dat uit het buitenland haalt. Maar laat de verwerking van deze producten vooral in de landen van herkomst, zodat men daar ook een sterke economie kan opbouwen.”
Technologie
Technologie blijft belangrijk in het voedselsysteem van morgen, maar zou de ecologie en het sociale fundament moeten ondersteunen en niet enkel gericht moeten zijn op kostenefficiëntie, vindt De Boer. “Nieuwe technologie kan een belangrijke rol spelen in bijvoorbeeld de strokenlandbouw, voedselbossen of mozaïekteelt, waarbij het met de huidige landbouwmachines lastig oogsten is.”
Cellulaire technologie voor de productie van voedingsstoffen kan ook bijdragen aan een deel van onze voedselbehoefte. “Hierbij worden bijvoorbeeld schimmels, gisten of bacteriën gebruikt voor de productie van voedsel. Het produceren van voedsel in een ‘fabriek’ vraagt echter meer energie dan het telen van gewassen in de volle grond. Zonlicht is immers gratis. En energie, ook als is die hernieuwbaar, blijft een beperkende factor.”
Technologie wordt op dit moment ook gebruikt voor bijvoorbeeld vlees- en zuivelvervangers. “Op de langere termijn zijn die vervangers mogelijk minder belangrijk. Met een ander voedingspatroon met bijvoorbeeld volop bonen heb je die vervangers niet nodig. Voor de huidige generatie helpt het echter wel. De overstap maken naar een geheel nieuw voedingspatroon is soms lastig, en af en toe vegetarische hamburgers eten is een eerste goede stap. Wanneer je me vraagt wat dan overblijft voor de levensmiddelenproducent, dan zie ik vooral een toegevoegde waarde in technologie die ervoor zorgt dat producten langer houdbaar blijven, en toch gezond zijn. Denk bijvoorbeeld aan vriesdrogen of het wecken van groenten.” Ook kan technologie een rol spelen in het creëren van eerlijke en transparante voedselketens.
Toekomst
Voor de toekomst ziet De Boer geen andere weg dan het veranderen van ons voedingspatroon, de manier waarop we ons eten waarderen, de rol van de boer en de manier van produceren. “De mate van weerklank die onze visie vindt, verschilt erg per publiek. Soms is het publiek het volledig met me eens, een andere keer vindt men het lastig om buiten de eigen kaders te denken. Toch blijf ik mijn boodschap verkondigen. Ik geloof in de kracht van herhaling en zie langzamerhand dingen veranderen. Ook al is het wellicht lastig voor de levensmiddelenindustrie om te kijken naar welke rol zij in het systeem kunnen nemen, maar dat het moet staat voor mij als een paal boven water. De consument zal het steeds meer van de producent gaan eisen.”
Duurzaam en transparant
“Duurzaamheid en volledige transparantie, daar geloof ik in. Er komen steeds meer initiatieven waarbij consumenten direct hun verse voeding bij de boer kopen. Denk aan Herenboeren, Boerschappen of De Krat, maar ook Cafoutch in Frankrijk. Het zijn korte ketens, die zorgen voor meer binding met de boer en kennis van het voedsel. Dat zijn nu nog relatief kleine ketens, maar er liggen kansen voor iedereen. Je kunt als voedingsproducent deze ontwikkelingen negeren en blijven doen wat je doet, maar dan bestaat de kans dat je Kodak achterna gaat. Een florerend bedrijf dat te laat de kansen van digitale fotografie in zag, en daardoor failliet ging.”
Imke de Boer gaf tijdens FoodTechnology een keynote lezing, die volgeladen zat. Hopelijk landt haar verhaal in vruchtbare bodem.