De inname van dioxinen via de voeding in Nederland geeft geen aanleiding meer tot zorg voor de volksgezondheid. Dat stelt het RIVM in het rapport Dietary exposure to dioxins in the Netherlands.
"In 2014 ligt de berekende inname bij de Nederlandse bevolking als geheel namelijk voor het eerst niet boven de gezondheidslimiet", aldus het rapport. De belangrijkste dioxinebronnen blijven melk, rundvlees en plantaardige oliën en vetten. Dat blijkt uit nieuwe berekeningen van het RIVM.
De daling komt doordat er de afgelopen decennia steeds minder dioxinen in onze voeding zit. De onderzoekers verwachten dat de concentraties in voedsel inmiddels hun laagste niveau hebben bereikt en niet verder zullen dalen.
Veranderd consumptiepatroon
Mogelijk heeft ook een ander consumptiepatroon aan de daling bijgedragen. Dioxinen zitten namelijk vooral in vette onderdelen van voedingsmiddelen en mensen kiezen steeds vaker voor vetarme producten.
Voor de berekeningen zijn voedselconsumptiegegevens van de Voedselconsumptiepeiling (VCP) gecombineerd met concentratiegegevens van deze groep stoffen in producten. Het RIVM stelt dat de werkelijke inname mogelijk nog lager ligt dan is berekend. Bij de berekeningen zijn 10 jaar oude concentratiedata gebruikt voor plantaardige oliën en vetten. Bovendien is er geen rekening mee gehouden dat een deel van de dioxinen verdwijnt als een product wordt gekookt.
Lees ook:
Eieren Harlingen bevatten te veel dioxine (18 december 2013)
Opnieuw recall dioxine-eieren in Duitsland (22 juni 2012)