Suikertaks als oplossing?

12 september 2021 Mischa Brendel

Eind 2018 presenteerde de overheid het Nationaal Preventieakkoord (NPA): een serie doelstellingen om de Nederlandse bevolking gezonder te laten leven. Anno 2021 zijn er slechts dertien van de 39 gestelde doelen in het NPA gehaald op, concludeerde het RIVM in juli. We eten veelal nog te ongezond.

Bij veel van de afspraken in het NPA is het initiatief bij de fabrikanten gelegd. Zij konden immers zelf het beste bepalen hoe sommige maatregelen doorgevoerd moesten worden om zo het gewenste effect te bereiken. Maar in de praktijk valt dat tegen: sommige doelen uit het NPA zijn bereikt – A-merken frisdrank bevatten minder calorieën, andere niet.

Op het gebied van overgewicht lopen de voorlopige resultaten uiteen. Het aantal jeugdigen (4-18 jaar) met overgewicht en obesitas moet in 2040 zijn teruggebracht tot maximaal respectievelijk 9,1 en 2,3 procent. In 2020 lagen die percentages op ruim 14,7 en 2,5 procent. Het aantal volwassenen met overgewicht mag in 2040 niet boven de 38 procent liggen; in 2020 lag het percentage op 50. Ook het aantal Nederlanders met aan obesitas gerelateerde ziektes, zoals diabetes, moet flink dalen. In 2019 waren dit er 1,1 miljoen (gegevens van 2020 had het RIVM nog niet); in 2040 moet dit zijn teruggebracht tot minder dan 700.000

Ook zijn er nog onvoldoende schoolkantines die gezonde voeding aanbieden (42 procent, terwijl er 50 procent was afgesproken) en is het niet duidelijk of de productsamenstelling voldoende is veranderd van productgroepen die een relatief grote bijdrage leveren vaan de energie-inname. Verder is het onbekend of de aanvullende afspraak over suikerhoudende zuivelproducten is behaald.

De coronapandemie bemoeilijkte in sommige gevallen het behalen van gestelde doelen, maar de conclusie van het RIVM is duidelijk: “De ambities voor overgewicht en problematisch alcoholgebruik werden met de huidige afspraken als niet haalbaar ingeschat. Nu blijkt dat bijna de helft van de doelstellingen voor 2020 (nog) niet behaald is. Dit kan mogelijk een ongunstig effect hebben op het al dan niet behalen van de ambities van 2040. […] Hoe dan ook zullen er, naast het alsnog behalen van de doelstellingen, aanvullende maatregelen nodig zijn om de ambities voor overgewicht, problematisch alcoholgebruik en roken onder jongeren en zwangere vrouwen te behalen. Het RIVM heeft dit voorjaar samen met experts een aantal mogelijkheden in kaart gebracht om verdere stappen naar het behalen van de ambities van het NPA te zetten.”

Suikertaks invoeren

Een van die maatregelen is het invoeren van een suikertaks op suikerhoudende dranken. De roep om het invoeren van deze extra belasting wordt vanuit diverse gezondheidsinstanties steeds groter. Maar is er wel maatschappelijk en politiek draagvlak voor een suikertaks?

Promovendus Michelle Eykelenboom van de Vrije Universiteit Amsterdam ondervroeg in maart 2019 500 volwassenen over het invoeren van een belasting op niet-alcoholische dranken met toegevoegde suikers. Hoewel 43 procent tegen de invoer van een suikertaks in het algemeen was (40 procent gaf aan voor de invoering te zijn), gaf 55 procent aan een suikertaks te steunen als de opbrengsten ervan worden gebruikt voor gezondheid bevorderende maatregelen. Daarmee lijkt het draagvlak niet bijzonder groot. Het politieke draagvlak volgt over het algemeen de publieke opinie, maar bij de verkiezingen eerder dit jaar stond het heikele onderwerp toch op de agenda van een aantal politieke partijen. Zo pleit het CDA voor maxima aan de hoeveelheid toegevoegde suiker en zout in voedselproducten.

‘De roep om het invoeren van deze extra belasting wordt vanuit diverse gezondheids­instanties steeds groter’

Een aantal partijen spreekt echt van een suikertaks. Zo pleiten onder meer GroenLinks, de ChristenUnie, de SP en de PvdA voor de invoering van een suikertaks. En ook D66 is voor: “We verhogen de belasting op suikerhoudende dranken naar Brits voorbeeld. Het effect is dat fabrikanten frisdrank met minder suiker maken.” De politieke partij verwijst naar de suikertaks in het Verenigd Koninkrijk, die enkele jaren geleden werd ingevoerd. Maar is die suikertaks wel succesvol?

Drie voorbeelden

Verschillende landen gingen Nederland al voor met het invoeren van een suikertaks. Vorig jaar vergeleek het RIVM de invoer van een suikertaks in een drietal Europese landen: Noorwegen, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De belangrijkste conclusie is dat het invoeren van een suikertaks kan leiden tot een afname in de verkoop van frisdranken met toegevoegde suikers en een toename in de verkoop van gezondere alternatieven. Ook kan de invoering van een suikertaks ertoe leiden dat fabrikanten minder suikers aan hun frisdranken toevoegen.

‘Je moet de taks echt aan de suiker in het product hangen’

“Van alle landen waar een suikertaks is ingevoerd, lijken deze Europese landen het meest op ons”, vertelt prof. dr. ir. Joline Beulens, professor in de epidemiologie bij Amsterdam UMC. Daar leidt ze de onderzoeksgroep Lifestyle and Chronic Disease Epidemiology. Beulens: “Onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat een suikertaks over het algemeen effectief is wat betreft het kopen van minder suikerhoudende dranken.”

Dat werkt echter alleen als de prijsverandering groot genoeg is, stelt ze. “Een prijsverandering van 5 procent, bijvoorbeeld via btw, is niet zo effectief. De prijs moet vaak toch wel minstens 15 tot 20 procent stijgen, wil het effectief zijn.” Een prijsverhoging gerelateerd aan de btw is wellicht ook niet zo handig, beargumenteert Beulens. “Je moet de taks echt aan de suiker in het product hangen.”

joline beulens Prof. dr. ir. Joline Beulens is professor in de epidemiologie bij Amsterdam UMC. Daar leidt ze de onderzoeksgroep Lifestyle and Chronic Disease Epidemiology. 

Hoe een suikertaks in Nederland precies vormgegeven zou moeten worden, is volgens Beulens lastig om te zeggen. De drie landen uit het RIVM-rapport hanteren verschillende vormen. Dat heeft deels te maken met de verschillende wijzen waarop de landen belastingen heffen. Zo heft ons land 9 procent btw op voedsel, dus ook op niet-alcoholische suikerhoudende dranken (ze vallen onder de categorie ‘eerste levensbehoeften’). Daarnaast ligt er een verbruiksbelasting van € 0,09 per liter op deze dranken.

Verenigd Koninkrijk

Het VK heft geen btw op niet-alcoholische dranken (of ander voedsel). In 2018 voerde het de Soft Drinks Industry Levy (SDIL) in, een belasting op frisdrank. Doel is fabrikanten ertoe aan te zetten het suikergehalte in hun dranken te verlagen, portiegroottes te verkleinen en de import te verschuiven naar dranken laag in toegevoegde suikers.

Het VK hanteert daarbij een trapsgewijs tarief, gebaseerd op de hoeveelheid suiker per 100 ml frisdrank. Fruitsappen en op melk gebaseerde dranken zijn niet belast. Het VK investeert de opbrengsten van de belasting in het aanzetten van schoolgaande kinderen om gezonder te eten en meer te bewegen.

Frankrijk

In 2012 voerde Frankrijk een belasting in op niet-alcoholische dranken. In 2020 bedroeg het tarief 5,5 procent en die belasting wordt niet alleen geheven op gesuikerde dranken en siropen, maar ook op dranken met zoetstoffen en gearomatiseerd water. In eerste instantie bedroeg deze belasting € 0,0716 per liter (exclusief btw), maar in 2017 stapte Frankrijk over naar een heffing gebaseerd op het suikergehalte in verschillende staffels: hoe hoger het gehalte aan suikers of zoetstoffen per 100 ml, hoe hoger het belastingtarief. Dat tarief begint bij € 0,0308 per 0 tot 1 gram per 100 ml en eindigt bij € 0,2412 voor 15 gram per 100 ml. Alles wat hierboven ligt, wordt met € 0,0205 per extra gram suiker/zoetstof per 100 ml belast.

Het oorspronkelijke doel van de belasting was extra inkomsten genereren (de extra kosten van de negatieve gezondheidseffecten die deze waren teweegbrengen, moeten worden gecompenseerd), maar inmiddels wil Frankrijk vooral de consumptie van niet-alcoholische suiker- en zoetstofhoudende dranken reduceren, om zo gezondheidsproblemen aan te pakken.

Noorwegen

Het btw-tarief op voeding en dranken in Noorwegen bedraagt 15 procent. Al in 1924 voerde het land een speciale belasting in op koolzuurhoudende dranken. In 1987 volgde een belasting op koolzuurvrije dranken en in 2001 werden deze twee belastingen gecombineerd tot één belasting voor niet-alcoholische dranken.

Er zijn verschillende tarieven voor dranken met toegevoegde suikers of zoetstoffen: siropen met toegevoegde suikers of zoetstoffen, siropen gebaseerd op fruit, bessen of groenten met zoetstoffen (zonder toegevoegde suikers) en niet-alcoholische dranken op basis van fruit, bessen of groenten met zoetstoffen (zonder toegevoegde suikers).

Niet-alcoholische dranken in poedervorm en zuivelproducten met minder dan 1,5 gram suiker per 100 ml zijn uitgezonderd van deze belasting. Opvallend is dat Noorwegen naast deze dranken ook andere suikerrijke voedingsmiddelen, zoals chocolade en snoepgoed extra belast.

sugar2

Effecten van suikertaks

In alle drie de landen is de verkoop van de belaste dranken afgenomen. In het VK nam de verkoop van suikerhoudende dranken juist toe, maar wanneer er gekeken wordt naar hoe dit exact toenam, dan blijkt dat vooral de verkoop van suikerhoudende dranken met een laag suikergehalte toenam. Daarnaast nam ook de verkoop van dranken die niet onder deze belasting vallen toe, waaronder zero-frisdranken (zoetstoffen worden in het VK niet belast) en 100 procent-fruitsappen. De afname in Frankrijk was gering, maar de grootste afname werd wel gemeten bij mensen die normaalgesproken veel frisdrank dronken. Het effect van de suikertaks in Noorwegen is moeilijker te bepalen. Hoewel er een afname wordt gemeten in de consumptie van suikerhoudende dranken, ontbreekt het aan studies naar de bijdrage van de suikertaks hieraan.

Toch lijkt het erop dat het invoeren van een suikertaks effect heeft. Maar wat voor vorm die in Nederland exact moet krijgen, is lastig te voorspellen. Zo is er over de effecten van zoetstoffen nog veel onbekend, stelt Beulens: “Over light-varianten is het laatste woord nog niet gezegd. Voor het terugdringen van overgewicht scoren ze beter dan suikers, maar helemaal niets is weer beter dan zoetstoffen. Het meten van de effecten is ook lastig, omdat er bij mensen die overstappen op zoetstoffen vaak sprake is van verstorende factoren. Zo hebben ze bijvoorbeeld al overgewicht, of andere aandoeningen, wat het meten van effecten bemoeilijkt.”

Haken en ogen

Waarom alleen een suikertaks op niet-alcoholische dranken met toegevoegde suikers? De complicaties bij het eventueel belasten van zoetstoffen noemde Beulens al, maar waarom geen suikertaks op andere suikerhoudende producten, zoals Noorwegen dat doet?

En waarom geen suikertaks op alcoholische suikerhoudende dranken, zoals likeuren? En ook vruchtensappen bevatten veel – dik makende – suikers. Beulens: “Het punt met vruchtensappen is dat deze ook veel goede stoffen bevatten, zoals vitamine C, antioxidanten en carotenoïden. Als je een suikertaks op deze sappen invoert, ontmoedig je ook de consumptie van deze stoffen.”

Ook op het heffen van suikertaks op andere suikerhoudende producten valt het nodige af te dingen, stelt Beulens. “In Noorwegen heffen ze ook belasting op snoep en chocola. Maar het lastige is dat dit samengestelde producten zijn, waardoor er kans is op neveneffecten. Als je de suiker in het product belast, maar niet het verzadigd vet of het zout, dan loop je de kans dat de fabrikant het gehalte van die bestanddelen gaat verhogen. Wat dat betreft ligt het een stuk makkelijker met suikerhoudende dranken.”

Het belasten van de toegevoegde suikers in alcoholische dranken, is volgens Beulens ook geen goed idee. “Je loopt dan de kans dat mensen overstappen op alcoholische dranken met minder suikers en dat zijn doorgaans de sterkere dranken. Alcohol is ook schadelijk voor de gezondheid en in het geval van alcoholische dranken is het daarom beter om te richten op het terugdringen van alcoholgebruik, in plaats van het terugdringen van het gebruik van suiker in alcoholische dranken.”

suiker3

Duwtje in de goede richting

Een andere mogelijkheid om mensen ertoe aan te zetten minder ongezonde voedingsmiddelen te nuttigen, is het aan banden leggen van reclame voor deze producten. Deels is de overheid hier al mee bezig – denk aan de strengere eisen voor de verkoop van alcohol, waardoor stunten met bijvoorbeeld bierprijzen niet meer is toegestaan – maar er zijn ook nog veel vragen over de effecten van dergelijke maatregelen.

Beulens is projectleider bij Supreme Nudge, een vijfjarig onderzoeksproject dat mensen aan wil zetten tot minder ongezond koopgedrag als het op voedingsmiddelen aankomt. Beulens: “Het aan banden leggen van reclames valt daar zeker onder. Supermarkten weten donders goed dat ze met acties en reclames het aankoopgedrag van consumenten beïnvloeden.”

Volgens Beulens kan regelgeving hierbij helpen, bijvoorbeeld door vast te leggen dat er een bepaalde verhouding moet zijn tussen het aanprijzen van gezonde en ongezonde producten in een reclamefolder. Onder ‘gezonde’ producten worden hierbij producten en productgroepen verstaan die voorkomen in de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Overigens zegt dat niets over de hoeveelheden van voedingsmiddelen. Ook voor de producten in de Schijf van Vijf geldt: overdaad schaadt.

Momenteel werken er acht vestigingen van supermarktketen Coop mee aan het project. De supermarkten zijn steeds op basis van loting ingedeeld naar het wel of niet invoeren van veranderingen in de supermarkt die de gezonde keuze bevorderen. Beulens en haar team hebben specifiek gekozen voor vestigingen die doorgaans klanten van een lagere sociaaleconomische klasse trekken.

Vervolgens zijn vier Coop-supermarkten anders ingericht, waarbij gezondere producten meer de aandacht trekken en er diverse prijsverhogingen en -verlagingen zijn doorgevoerd om de gezonde keuze te promoten. Bij de vier tegenhangers is de inrichting gelijk gebleven, zodat er goed een vergelijking gemaakt kan worden tussen de resultaten.

‘Naast deze maatregelen is het belangrijk dat we de educatie niet vergeten’

Want het zijn met name mensen uit de lagere sociaaleconomische klasse die ongezonder eten. Veel van hun voedingskeuzes zijn (deels) financieel gedreven. Een suikertaks zal daarom weliswaar ook voor deze groep effectief zijn, maar hierdoor wordt voor hun het voorzien in levensonderhoud kostbaarder. Bovendien is het draagvlak voor een suikertaks juist bij deze groep kleiner, zo bleek uit het onderzoek van Eykelenboom: deelnemers aan het onderzoek die minder hoog waren opgeleid, overgewicht hadden en meer dranken met toegevoegde suikers nuttigden, toonden over het algemeen een lagere bereidheid om een suikertaks te betalen.

suiker4

Het belang van educatie

Is het dan niet beter om gezonde voeding goedkoper te maken? Beulens: “Ook dat onderzoeken we in Supreme Nudge. Momenteel is een gezond voedingspatroon in Nederland net iets duurder dan minder gezonde voeding. Wel is het zo dat een gezond voedingspatroon in ons land in principe goed betaalbaar is.”

Volgens Beulens zou een prijsdaling van 15 tot 20 procent het meest effectief zijn. Maar dan moet er wel voldoende marge op de producten zijn voor de supermarkten. Volgens Beulens is er doorgaans op de versproducten voldoende marge. Bovendien wordt minder winst per verkocht product enigszins gecompenseerd door een toename in verkoop van dat product.

“Onderzoek toont overigens aan dat mensen graag zien dat de opbrengsten van een suikertaks worden ingezet om gezonde alternatieven goedkoper te maken.” Op die manier sla je twee vliegen in één klap: bepaalde ongezondere producten worden duurder, waardoor de consument meer naar gezondere alternatieven grijpt en die gezondere alternatieven worden goedkoper, omdat de opbrengsten van de suikertaks de prijzen hiervan kunnen drukken.

Naast deze maatregelen moeten we het belang van educatie niet vergeten, stelt Beulens. “Je kan het koopgedrag van mensen wel beïnvloeden met een suikertaks, maar goede educatie over het belang van gezonde voeding is ook belangrijk. Daarmee kunnen mensen gemakkelijker zelf iets doen aan hun voedingspatroon. Helaas is op dit moment ons voedselsysteem er echter heel erg op ingericht om de ongezonde keuzes te promoten. Het percentage aan voedingsmiddelen in de supermarkt dat buiten de Schijf van Vijf valt is vele malen groter dan het percentage gezonde producten. Daarin moeten we ook iets veranderen.”

Dit artikel uit EVMI5 is tijdelijk te lezen voor iedereen. Smaakt het naar meer? Bekijk dan hier de mogelijkheden voor een abonnement. 

Altijd op de hoogte blijven?