Technologische innovatie is noodzaak
INNOVATIE | Zo rond 2030. Dan moet het bereiken van de Sustainable Development Goals zorgen voor een groenere, eerlijkere en betere wereld. In 2015 hebben de 193 landen die lid zijn van de Verenigde Naties (VN) zich aan deze doelstelling gecommitteerd.
Aan het einde van 2024 lijkt het er op dat de doelstellingen die in 2015 werden afgesproken, wel erg ambitieus zijn. Duidelijk is in ieder geval dat transities in nagenoeg alle sectoren in volle gang zijn. Ook in de voedselketen. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de voedselverwerkende sector. Twee kenners gaan met elkaar aan tafel en praten over de uitdagingen, de kansen en de noodzaak tot innovatie.
Het moet duurzamer, flexibeler, vraaggerichter, efficiënter en arbeidsvriendelijker. In het hele voedselsysteem en dus ook bij de voedselverwerkers. Hoewel niet iedereen in deze sector zich daar bewust van lijkt te zijn, spelen zij een cruciale rol als het gaat om deze transities. Het zijn immers de voedselverwerkers die ervoor zorgen dat er concreet waarde wordt toegevoegd aan grondstoffen. Zij zorgen ervoor dat er uiteindelijk veilige, gemakkelijk te bewaren, goed vervoerbare, voedingsrijke en smakelijke producten in de schappen liggen. Als we de ecologische voetafdruk van het voedselsysteem als geheel willen (moeten) verkleinen, wordt het tijd om deze sector eens in de spotlight te zetten.
Aan tafel zitten Lisanne van Oosterhoud en Gert Meijer. Lisanne is programmamanager bij Next Tech Food Factories. Next Tech Food Factories is een samenwerkingsverband van AgriFood Capital en Brainport Development dat de toepassing van meer slimme technologieën in de voedselverwerkende industrie wil stimuleren. In Next Tech Food Factories werken voedselverwerkende bedrijven, hightech leveranciers en machinebouwers samen aan het ontwikkelen, testen en implementeren van robotisering, kunstmatige intelligentie en andere slimme technologieën in de voedselverwerking.
Gert Meijer is van huis uit voedingskundige. Bij voedingsmiddelengigant Nestlé is hij wereldwijd verantwoordelijk voor regelgeving en wetenschapszaken. Daarnaast is hij voorzitter van het Europese Technology Platform van de Foodsector, Food for Life, een organisatie die is opgezet vanuit de Europese Commissie en die zich in algemene zin bezighoudt met de onderzoeks- en innovatiestrategie die moet leiden tot de transities van de voedingsmiddelensector, op weg naar de doelstellingen uit de SDG’s.
Hoe staan we ervoor met de transitie in de voedselverwerkende sector en hoe kunnen we nieuwe stappen vooruit zetten? “Innovatie en kennisontwikkeling, daar gaat het vandaag om”, vindt Lisanne. “Daarin zitten mooie kansen voor voedselverwerkers. Maar als het gaat om digitalisering en automatisering in deze sector, moet er nog veel gebeuren”
Gert reageert: “De voedselverwerkende sector is een heterogene sector met veel verschillende spelers. Kennisontwikkeling en training zijn de komende jaren van groot belang, zoals dat voor elke transitie geldt. Maar dat is voor grote bedrijven wel een stuk makkelijker te organiseren dan voor de kleinere mkb’ers. En die vormen in aantallen een groot deel van de sector. Als we de SDG’s willen bereiken moet de hele sector mee. Grote bedrijven moeten dus bereid zijn om hun kennis te delen. Duurzaamheid mag geen concurrentievoordeel zijn. Je moet de bereidheid hebben om dit als totale sector op te pakken. We moeten elkaar helpen, waarbij we ook actief gebruik kunnen maken van publiek-private samenwerkingen om de implementatie van technologische innovaties te versnellen.”
Voedselverwerkers spelen een cruciale rol bij de transities
Lisanne onderschrijft dat. “De meeste bedrijven in de foodsector zitten in het mkb. Zeker bij kleinere bedrijven liggen soms behoorlijk wat barrières om innovaties door te voeren. Daar moeten ze hulp bij krijgen. Onze organisatie biedt die hulp, maar de grote spelers, die over veel kennis beschikken, moeten ook mee.”
Het consumentenvertrouwen
Een van de problemen waar de voedselverwerkers tegenaan lopen is het imagoprobleem. Bewerkt voedsel heeft vanuit de recente historie een negatieve bijklank die niet zomaar weggenomen kan worden. Er wordt in de media gesproken over ultra- of hyperprocessed foods en voedselverwerkers krijgen het verwijt dat ze de natuurlijke voeding ongezond maken om er zelf economisch beter van te worden.
Gert Meijer toont zich een strijder tegen dit imago, maar realiseert zich ook dat de sector zelf de sleutel tot verandering heeft. “Het consumentenvertrouwen in onze sector is laag. We zouden het eten té lekker maken, waardoor mensen teveel eten en we maken het ongezonder door allerlei toevoegingen. Als we dan nu gaan praten over het doorvoeren van een nieuwe technologie of verdere automatisering waardoor we nog efficiënter kunnen produceren, dan gaat dat ons imago niet helpen. Dat is echt een hindernis.”
Volgens Gert is de sector daar zelf mede schuldig aan. “We zijn in de afgelopen jaren veel te weinig transparant geweest in de richting van de consument. De rol van die consument hebben we verkleind ten aanzien van de technologie. Dat consumentenvertrouwen moet terug, anders hebben we een groot probleem bij elke innovatie die we willen doorvoeren.”
Het belang van innovatie
Verdieping
Onder de titel “Benefits and challenges of food processing in the context of food systems, value chains and sustainable development goals” verscheen in oktober 2024 een uitvoerig wetenschappelijk artikel over het belang van de voedselverwerkende sector bij het transformeren van het voedingssysteem met als doel het behalen van de SDG’s. Gert Meijer is een van de auteurs van dit artikel.
Ondanks de slechte naam en het dalende consumentenvertrouwen zal de sector vol moeten inzetten op innovatie. Volgens Lisanne zijn robotisering en automatisering van belang om de afname van mensen aan de productielijnen te kunnen opvangen. Ook het meten en monitoren met behulp van sensoren voor het waarborgen van de kwaliteit en de voedselveiligheid noemt ze als voorbeelden van innovaties die een rol spelen bij processen in de fabriek .
Daarnaast zal de hoeveelheid water die verbruikt wordt sterk naar beneden moeten en moet ook het transport efficiënter en duurzamer. En we moeten af van het dierlijk eiwit. Toch? Gert lacht. “Ik weet niet of we er helemaal van af moeten en of we er helemaal van af kúnnen. Maar er zal wel een betere balans moeten komen. Misschien zijn hybride producten met dierlijk en plantaardig eiwit een oplossing.”
Volgens Gert is er ook nog een forse slag te slaan als het gaat om de voedingskundige samenstelling van het voedsel dat we eten. “Het is eigenlijk heel simpel en we zien het allemaal op ons afkomen”, zegt hij. “We hebben ook in Nederland te maken met een forse vergrijzing. Daarbij weten we dat oudere mensen een verhoogde behoefte hebben aan micro-nutriënten zoals vitaminen en mineralen. De enige manier om die stoffen toe te voegen aan het eten is processing. Daar liggen echt enorme kansen. Maar om die te benutten zullen we wel moeten innoveren.”
Welke barrières zijn er voor innovatie?
Lisanne ziet in de dagelijkse praktijk dat ondernemers zich veelal wel bewust zijn van het belang van technologische innovatie, maar dat er toch nogal wat barrières zijn.
“De grootste barrière wordt gevormd door de kosten”, zegt Lisanne direct. “Het is ook nogal een risico om investeren in innovatie terwijl je een lijn hebt staan die al dertig jaar goed functioneert. Zeker als de terugverdientijd niet bekend is.” Daarnaast, zo constateren Gert en Lisanne, is de acceptatiegraad voor het doorvoeren van innovaties nog onvoldoende bij sommige bedrijven.
“Het is soms moeilijk om mensen in de organisatie mee te krijgen. Innovatie en verandering zorgen ook voor onzekerheid; gaat dit straks mijn baan kosten, wat voor effect heeft dit op mijn werk, kan ik wel met die nieuwe apparaten overweg?”
Bovendien merken beiden op dat bij met name kleinere bedrijven de basis om innovaties door te voeren nog niet altijd aanwezig is. “Kleinere bedrijven werken soms nog analoog en zijn met Excelbestanden aan de slag. Als je dan wilt innoveren, moeten er eerst de nodige tussenstappen gezet worden, zoals het digitaliseren van gegevens.” Voeg daaraan toe het gebrek aan fysieke ruimte in een fabriek dat vaak speelt en de barrières voor de doorvoer van stevige innovaties zijn compleet.
Laten zien wat we doen
Dát is processing en dát doet onze sector
Gert Meijer benadrukt nogmaals dat transparantie een sleutelwoord is. “We moeten laten zien wat we doen. Processing moet transparant worden gemaakt. Het is niet eng. Wij doen hetzelfde als jij in de keuken. Dát is het verhaal. Niemand zal een lekkere hap nemen uit een rauwe, ongeschilde aardappel. Die kan geschild worden, gekookt, gesneden, gebakken, daar kunnen kruiden op, daar gebeurt van alles mee. Dát is processing en dát doet onze sector. Alleen grootschaliger, sneller, schoner, veiliger en veel beter gecontroleerd. Laat het zien! Haal de pers binnen, haal overheden naar binnen. Laat zien hoe je innoveert en wat je toegevoegde waarde is, bijvoorbeeld op de toename van voedselveiligheid, kwaliteit of efficiënter omgaan met grondstoffen. En kijk ondertussen waar en hoe je het beste verder kunt innoveren in je processen.”
Next Tech Food Factories
Bij het versnellen van de implementatie van technologische innovaties wil Next Tech Food Factories graag een goede partner zijn. “We helpen bedrijven om laagdrempelig een volgende stap te zetten met innovatievouchers, coaching, training en toegang tot een kennisnetwerk. In het afgelopen jaar zijn we gestart met een netwerk van test- en validatielocaties waar we met bedrijven de eerste stappen zetten om te komen tot digitalisering, automatisering, robotisering, maar ook bijvoorbeeld het testen met nieuwe sensoren. Het is een soort speelruimte om kennis te maken met innovaties. We nodigen iedereen uit: Laten we samen stappen zetten. Het is écht nodig.”
Meer weten?
Wil je weten hoe innovaties een positieve bijdrage kunnen leveren binnen jouw bedrijf? Neem contact op met NTFF via l.vanoosterhoud@brainportdevelopment.nl
Lees hier meer over technologische innovatie