BEDRIJFSINFORMATIE - Honing aangelengd met siroop, kweekvis die wordt verkocht als wilde vis, sesamzaadjes die uit een ander land afkomstig blijken te zijn: een greep uit recente voedselfraudezaken. Dergelijke zaken bezorgen producenten kopzorgen, want voedselfraude is lastig tegen te gaan.
Hoe kun je er als producent zeker van zijn dat leveranciers niet met producten hebben gesjoemeld? Eurofins voedselfraude-expert Hans van der Moolen geeft tips over hoe frauderisico’s te beheersen. Wanneer spreken we van fraude? Van der Moolen: “Wanneer een leverancier de consument opzettelijk probeert te misleiden over de samenstelling van voeding met als doel er financieel beter van te worden.”
Bij fraude wordt bijvoorbeeld een ingrediënt vervangen door een goedkoper bestanddeel. Een vloeistof kan worden verdund of er staat onjuiste informatie op een etiket. “In een aantal voedingscategorieën is het risico op fraude groter,” zegt Van der Moolen. “Bijvoorbeeld bij zuivel, vlees, vis, honing, olijfolie, kruiden en specerijen en fruit- en groentesappen.”
Zo wordt kweekzalm verkocht als wilde zalm, gaan goedkopere soorten tonijn door voor duurdere soorten en wordt vis ingespoten met water om hem zwaarder te maken. Voorbeelden van gesjoemel met kruiden en specerijen zijn: oregano gemixt met olijfbladeren, peper met peperschillen en saffraan met toegevoegde kleurstoffen.“
Dit soort praktijken levert weliswaar weinig risico op voor de volksgezondheid, maar het mag niet. De inkoper en de consument betalen voor iets anders. De prijs die ze betalen is niet terecht wanneer er andere of goedkopere ingrediënten zijn gebruikt.”
Fraude komt soms uit onverwachte hoek, weet Van der Moolen. Zoals bij partijen sesamzaadjes uit India, die verontreinigd waren met ethyleenoxide. Een recall volgde. “Alle ogen waren gericht op het sesamzaad uit India,” vertelt Van der Moolen.
“Daarmee was er minder toezicht op sesamzaad dat ergens anders vandaan kwam. Het financiële belang kan maken dat eigenaren van onverkoopbare sesamzaadpartijen het tóch via via proberen te verkopen. In zo’n geval kan het sesamzaad aan een inkoper elders in de wereld worden verkocht, die het vervolgens weer doorverkoopt aan Europa, waarbij niet wordt vermeld dat het sesamzaad oorspronkelijk uit India komt. Daarmee was er een extra frauderisico op sesamzaad uit de hele wereld, plus producten waarin sesamzaad is verwerkt.” Een mooi voorbeeld van een frauderisico dat je op het eerste oog niet als zodanig zou classificeren.
Corona en fraude
De coronatijd werkt ook fraude in de hand. Dat heeft te maken met het feit dat er minder inspecties zijn uitgevoerd. “Minder inspecties betekent minder zicht op de praktijk. Bedrijven leefden de coronamaatregelen na en ontvingen zo min mogelijk mensen over de vloer. En bedrijven hadden hun handen vol aan het beheersen van de risico’s rond COVID-19. Begrijpelijk, maar als we met z’n allen één kant op kijken, kan er aan de andere kant van alles gebeuren.”
Voedselfraude voorkomen
Van der Moolen heeft vier tips om het risico op voedselfraude te verkleinen. De eerste betreft het vergroten van de kennis over voedselfraude. “Daarmee wordt het bewustzijn vergroot van wat er kan gebeuren en hoe fraudeurs te werk gaan, bijvoorbeeld via online webinars, nieuwsbrieven of trainingen.
De tweede tip is het uitvoeren van een risicoanalyse. Zo’n analyse neemt grondstoffen onder de loep, en beoordeelt of er nieuwe risico’s zijn ontstaan. Wat weten we van het land van herkomst? Wat te doen als een grondstof niet meer voorradig blijkt te zijn? En bij het switchen van leverancier moeten er mogelijk ook andere beheersmaatregelen of beheersmaatregelen opnieuw geverifieerd worden.”
Het staven van de kwaliteit en herkomst die de leverancier belooft met audits en testen is de derde tip. “Waar haalt een leverancier zijn grondstoffen vandaan? Wat weet de leverancier van de keten: kent die het hele ketenproces, of is er alléén informatie van de directe leverancier? Welke beheersmaatregelen zijn er uitgevoerd?
Hoe langer de keten, hoe moeilijker is te traceren bij welke boer de grondstof vandaan komt. Dan is ook het risico op fraude groter. Daarom zijn er bij risicoproducten ook analyses uit te voeren die de geografische origine van een product kunnen vaststellen. Zo is te controleren of het land van origine overeenkomt met het land dat in de documenten van de leverancier staat.”
Tot slot is het verstandig om risico’s opnieuw te beoordelen. In bijzondere situaties, zoals de coronatijd, zijn frauderisico’s hoger. “Ik adviseer daarom om in bijzondere situaties opnieuw te beoordelen waar in de huidige situatie de risico’s liggen. Dat kan anders zijn dan voorheen. Bijvoorbeeld als producten worden ingekocht uit een land dat de grenzen had gesloten. Hoe kan die leverancier nog aan deze producten komen?” aldus Van der Moolen.
Opsporing
Het goede nieuws is dat veel soorten fraude zich laten opsporen aan de hand van analyses in het lab. Zo is het mogelijk om paardenvlees te detecteren of zelfs vast te stellen van welke individuele koe een biefstuk komt. Van der Moolen: “Ook van plantaardige producten, zoals specerijen en basmatirijst, kunnen wij beoordelen of deze zuiver zijn.
Verder testen we vaak de kwaliteit van koffie of de herkomst van extra vergine olijfolie. We analyseren dan of er geen zonnebloemolie met een kleurtje door de olijfolie is gemengd. We kunnen ook herleiden of kruiden daadwerkelijk uit Vietnam komen. Waanzinnig wat er allemaal mogelijk is!”
Al jarenlang begeleidt Eurofins diverse klanten bij het voorkomen van voedselfraude in de keten door middel van risicoanalyses en leveranciersaudits.
Eurofins Food, Feed, Water Benelux
Munsterstraat 2
7418 EV Deventer
foodsafetysolutions@eurofins.com
+31(0)888 31 03 30
www.eurofinsfoodtesting.nl