De coöperaties Cosun en CZAV zijn een experiment gestart om de praktische haalbaarheid van strokenteelt te testen. Die vorm van akkerbouw zou biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid bevorderen. Op een akker van 12 hectare bij Steenbergen, Noord-Brabant wordt zeven jaar lang met strokenteelt gewerkt.
De strokenteelt moet zorgen voor onder meer een rijke biodiversiteit, hoge bodemvruchtbaarheid en (economisch) duurzame voedselproductie. Daartoe worden tien gewassen geteeld, verdeeld over stroken van zes meter breed. Enerzijds kunnen dan nuttige insecten nog overspringen of schadelijke juist niet, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Anderzijds sluiten dergelijke breedtes aan bij de bestaande standaardisering van bijvoorbeeld rooimachines. Naast aardappelen, suikerbieten en cichorei, zijn de gewassen onder meer rogge, zomertarwe en kapucijners. Verder komen er bloemstroken, heggen en keverbanken. Dankzij de strokenteelt is een perceel minder bevattelijk voor ziekten en plagen dan een monocultuur. Eventuele schade is bovendien altijd veel beperkter. De bestrijding en gewasbescherming komen grotendeels van insecten. Het gebruik van extra middelen wordt geminimaliseerd.
HAS onderzoek
De akkerbouw zoals die in het experiment wordt toegepast, komt uit de koker van de HAS Hogeschool 's-Hertogenbosch. “Decennialang heeft de akkerbouw, mede dankzij de mechanisatie en om aan de wereldvoedselvoorziening te voldoen, vooral zoveel mogelijk geproduceerd voor een zo laag mogelijke kostprijs”, vertelt lector Erwin van Woudenberg. “Het combineren van natuur en akkerbouw is een belangrijke volgende stap. Daarom heeft de HAS Hogeschool onderzocht hoe je een natuurgebied kunt ontwikkelen met reguliere gewassen die een lonende teelt opleveren. Dat is De Natuurakker geworden. De theorie laat zien dat dit levensvatbaar is, de vraag is of het economisch gezien ook het geval is.”
Het goede voorbeeld
Onlangs zijn de voorjaarsgewassen op De Natuurakker ingezaaid. Aan de hand van de ervaringen volgen er in de loop der jaren aanpassingen en experimenten, onder meer bij de inzet van insecten en het gebruik van andere gewasbescherming. “Als De Natuurakker slaagt, wordt deze hét voorbeeldtraject voor alle akkerbouwers, eigenlijk in heel de wereld”, zo besluit Erwin van Woudenberg.