Nederlandse telers starten met het zaaien van kikkererwten; een primeur voor de Nederlandse landbouw. Groentegoed, maker van groentespreads, verwacht met de oogst van 2024, voor wat betreft de kikkererwten, honderd procent Nederlands te gaan werken.
Voor het eerst worden er op grote schaal kikkererwten gezaaid in Nederland. Afgelopen week is op landbouwbedrijven, van Groningen tot Limburg het zaaigoed de grond in gegaan, bij telers in Tollebeek, Borssele, ’t Zandt, Odoornerveen, Heeswijk-Dinther, Heerlen en Siddeburen. Dat zal in het najaar tot dertig ton kikkererwten van Nederlandse bodem opleveren. Groentegoed wil de kikkererwten verwerken in de spreads die het bedrijf produceert.
Groentegoed
Producent en aanbieder Groentegoed uit Lopik verwerkt kikkererwten in spreads als hummus, die worden geleverd aan cateraars, kinderopvang-organisaties, winkels en online. Met de oogst van 2023 was al tien procent van de kikkererwten die Groentegoed verwerkt, afkomstig van Nederlandse teelt. Met de oogst van najaar 2024 kan dat volgens Groentegoed honderd procent worden. Het bedrijf wil dan al zijn kikkererwtenspreads maken met Nederlandse kikkererwten.
Samenwerking Eiwitboeren van Nederland
Groentegoed werkt samen met de Producentenorganisatie Eiwitboeren van Nederland. De producentenorganisatie heeft als missie om de teelt, productie en consumptie van vlinderbloemige eiwitgewassen van eigen bodem te vergroten door ketensamenwerkingen aan te gaan op basis van een gedeelde visie op waardecreatie.
Volgens Groentegoed leveren plantaardige eiwitten van Nederlandse bodem een essentiële bijdrage aan de verduurzaming van het landbouwsysteem. “De teelt van bijvoorbeeld een kikkererwt draagt bij aan een gezonde bodem, een toename van de biodiversiteit, een beperking van de CO2-uitstoot en een reductie van stikstof. Goed voor de boer, de bodem, de biodiversiteit en de burger.”
Albert van der Veen, medeoprichter van Groentegoed: “In alle bescheidenheid, we bouwen op het werk van de Producentenorganisatie Eiwittelers van Nederland. Dat de teelt kansrijk was, stond al langer vast. Maar het vermarkten van hun product was voor de telers nog een pittige opgave. Voor ons is dat vermarkten eigenlijk heel eenvoudig: onze afnemers willen het graag. Cateraars en eindgebruikers vinden het aantrekkelijk om te horen dat ze een Nederlands product op de boterham smeren, dat ook nog eens bijdraagt aan duurzame landbouw. Die vraag is er en die vraag is groot. Dus het groeiende aanbod aan Nederlandse kikkererwten zien we met belangstelling tegemoet. Wat ons betreft verwerken we alleen nog maar Nederlandse kikkererwten.”