Uit een enquête van ABN Amro blijkt dat mensen in omringende landen veel vaker groente eten tijdens het ontbijt of de lunch dan Nederlanders. Nederlanders eten gemiddeld 131 gram groente per dag, een stuk minder dan de geadviseerde 250 gram. Dat kan veranderen als de retail- en groentesector meer inzet op het faciliteren van andere eetmomenten voor groente, stelt de bank.
ABN Amro hield een enquête onder Nederlanders, Belgen, Britten en Duitsers, en ontdekte dat mensen in omringende landen veel vaker groente eten tijdens het ontbijt of de lunch dan Nederlanders. Nederlanders eten gemiddeld 131 gram groente per dag, een stuk minder dan de geadviseerde 250 gram. In de enquête zeggen Nederlanders bijna dagelijks groente te eten: gemiddeld 6 dagen per week. Het overgrote deel wordt bij het avondeten geconsumeerd. Door de stevige broodcultuur in Nederland wordt er zelden groente gegeten bij het ontbijt of de lunch. Maar in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk blijkt groente bij ontbijt of lunch een stuk normaler te zijn. Meer dan 44 procent van de ondervraagde Belgen en Duitsers zegt regelmatig groente bij de lunch te consumeren, tegenover 18 procent van de Nederlanders. Van de Britten zegt een derde regelmatig groente bij het ontbijt te eten, tegenover 13 procent van de Nederlanders.
Smaakloos
Als Nederlanders gevraagd wordt waarom ze geen groente eten bij de lunch of het ontbijt, zijn de antwoorden divers. Veelal heeft het te maken met eetcultuur (niet mee opgegroeid), smaak (groenten worden ervaren als smaakloos, blijkt uit onderzoek van de Wageningen Universiteit) of gemak (groenten bereiden is een ‘gedoe’). Toch liggen er volgens ABN Amro kansen voor producenten, leveranciers en supermarkten als er meer wordt ingespeeld op andere eetmomenten voor groenten.
Gezonde gewoonten
Veel Nederlanders willen wel gezond eten, maar weten niet hoe ze groente moeten inpassen in het ontbijt of de lunch. Zo is van de mensen die in 2020 meer groente willen eten slechts 7 procent van plan dit bij het ontbijt te doen en minder dan de helft bij de lunch. Daar liggen kansen voor producenten en retail. Bedrijven zouden gemaksproducten kunnen introduceren die het consumeren van groente tijdens andere eetmomenten te bevorderen. De inmiddels bekende snackgroenten zijn een goed voorbeeld, maar er kan nog meer gedaan worden om het consumeren van groente bij ontbijt of lunch gemakkelijker en aantrekkelijker te maken. Zo zouden bijvoorbeeld ontbijt- of lunchpakketten kunnen worden geïntroduceerd of kunnen kant-en-klaarsalades beter worden afgestemd op de verwachtingen en wensen die consumenten hebben bij hun lunch.
Consumenten kunnen bovendien worden geholpen door het beeld dat groente niet bij ontbijt en lunch past om te buigen. Daarvoor is meer samenwerking nodig, stelt het rapport. Leveranciers, verwerkers en supermarkten kunnen bijvoorbeeld inzichten over consumentengedrag met elkaar delen. Met die kennis kan meer worden ingezet op het zogenaamde ‘nudging’, het beïnvloeden van onbewust gedrag van consumenten, om groenteconsumptie te vergroten. Ook kan worden gewerkt aan bewustwording via campagnes die het eten van groente bij het ontbijt of de lunch normaler maken.