De reputatie van palmolie als regenwoudvernietigend ingrediënt is inmiddels onomkeerbaar. Producenten gaan op zoek naar andere opties. Maar is er wel een goede vervanging? In het tijdschrift Nature bespreken wetenschappers van het Britse Centre for Integrated Bioprocessing Research een van de meest veelbelovende opties: olie van micro-organismen.

Palmolie is een veel opzichten een wonderbaarlijk goedje. Zo heeft de plantaardige olie een unieke samenstelling van verzadigde en onverzadigde vetten die hem ideaal maakt voor allerlei toepassingen. Het bevat geen ongezonde transvetten, waardoor het een relatief gezonde optie is, en draagt bij aan de houdbaarheid van voedingsmiddelen. Als functioneel ingrediënt zorgt het ervoor dat ijs minder snel smelt en shampoo schuimt. Bovendien is de productie van palmolie goedkoop. De oliepalm kan verbouwd worden op relatief onvruchtbare grond waar andere gewassen niet groeien, en levert heel het jaar door olie. Per hectare leveren oliepalmen veel meer olie op dan bijvoorbeeld zonnebloemen.

Helaas groeien oliepalmen alleen in de tropen, en de exploderende vraag naar palmolie is desastreus voor de regenwouden in de palmolieproducerende landen. 85% van de wereldwijde palmolieproductie vindt plaats in Indonesië en Maleisië. Over die landen strekt zich het op drie na grootste regenwoudgebied uit, dat bovendien op nummer één staat als het gaat om biodiversiteit. Hoe groter de vraag naar palmolie wordt, hoe meer oerwoud ervoor moet wijken.

Het vervangen van palmolie in voedingsmiddelen door andere plantaardige oliën is technisch ingewikkeld. Olie van andere gewassen, zoals zonnebloemen, raapzaad en sojabonen, hebben simpelweg niet de juiste eigenschappen. Vaak is er een veeleisende herformulering van het product voor nodig, of moet worden teruggevallen op het gebruik van bijvoorbeeld genetisch gemodificeerde zonnebloemolie. De beste natuurlijke vervanger voor palmolie is olie van andere tropische planten, zoals kokosolie of shea-boter. De productie daarvan is echter duurder, en opschaling van die productie zal dezelfde sociaal-maatschappelijke problemen met zich meebrengen als de palmolieproductie.

Vettige micro-organismen

Volgens de Britse wetenschappers, die mogelijke manieren onderzochten om palmolie te vervangen, hebben micro-organismen de meeste potentie. Verschillende soorten microalgen, gisten en schimmels produceren namelijk relatief grote hoeveelheden lipiden (vetten) die worden opgeslagen in de cel. De samenstelling van die SCO’s (single cell oil) lijkt op die van plantaardige oliën en kan worden beïnvloed door de condities waaronder de organismen gecultiveerd worden. Bovendien kunnen micro-organismen een veel grote variatie aan vetzuren produceren dan met plantaardige oliën mogelijk is, zelfs met genetische modificatie. Omdat de fysieke eigenschappen van palmolie volledig samenhangen met het lipidenprofiel, zou zelfs mogelijk kunnen zijn om een SCO te produceren met exact dezelfde eigenschappen als palmolie. Voor de cultivering van gisten en schimmels zou bovendien gebruik kunnen worden gemaakt van reststromen, en het neemt minder grond in beslag dan gewasteelt.

Niet rendabel

Ondanks al die voordelen zal het volgens de wetenschappers nog wel even duren voordat dit soort oliën op grote schaal palmolie kunnen vervangen. Omdat de organismen veelal in tanks moeten worden gekweekt en de opbrengst niet enorm is, is opschaling lastig. Bovendien zijn verdere processtappen nodig om de vetten uit de cellen te homogeniseren en extraheren, wat kosten met zich meebrengt. De schattingen die de onderzoekers in het artikel geven zijn breed, maar de productie van SCO zou zeker twee tot vijf keer duurder blijven dan de productie van palmolie. Geen erg aantrekkelijke prognose voor een commerciële investering. Op industriële pilotschaal heeft een dochteronderneming van het chemiebedrijf Corbion al eens microalgen gebruikt om vetten te produceren, die geschikt zouden zijn voor het vervangen van cacaoboter. De productie ervan werd echter niet als economisch rendabel gezien, vanwege de lage kosten van cacaoboter.

SCO is de enige soort olie die palmolie op alle fronten makkelijk kan vervangen en grote voordelen oplevert op gebied van duurzaamheid. Het klinkt als een veelbelovende optie, maar tenzij palmolie onder invloed van True Cost-principes een stuk duurder wordt, zal SCO er nooit mee kunnen concurreren. Uiteindelijk zijn verdere maatregelen om de palmolieproductie op plantages te verduurzamen toch de meest reële optie. De betrokken onderzoekers pleiten dan ook voor het zetten van grotere stappen in het verduurzamen van de palmolieketen, in plaats van de oplossing te zoeken in het vervangen van het ingrediënt.

Altijd op de hoogte blijven?