Sinds het middaguur van maandag 18 januari liggen de vier Nederlandse fabrieken van Cargill stil. Vakbonden FNV en CNV riepen de staking uit en eisen onder meer 5% loonsverhoging.
FNV en CNV zeggen dat Cargill misbruik maakt van de coronapandemie door te claimen dat er daardoor geen financiële ruimte is. Dit, terwijl het bedrijf over boekjaar 2019/2020 een winst van 3,5 miljard dollar haalde, volgens het persbericht van de vakbonden een van de hoogste winsten ooit.
Sinds 31 juli 2020 is er geen cao voor de circa 600 Cargill-werknemers. FNV diende destijds een voorstel in en er zijn gesprekken gevoerd met de voedingsmiddelenproducent. Tot een akkoord kwam het niet, want het bod dat Cargill eind december deed was volgens FNV 'volstrekt onvoldoende'.
Cargill bood een loonsverhoging van 3,5% met een looptijd van anderhalf jaar (een jaarlijkse stijging van zo'n 2,3%). De FNV-leden wezen dit bod af en stemden in met een staking gedurende onbepaalde tijd, waar ook CNV-leden aan meedoen. De vakorganisaties eisen een nieuwe overeenkomst met een loonsverhoging van 5% en een looptijd van een jaar. Daarnaast willen de vakbonden onder meer een aanvulling op het inkomen tot 100% bij gebruikmaking van aanvullend geboorte- of adoptieverlof en eisen ze dat het sociaal plan, dat op 31 december 2020 afliep, met minimaal drie jaar wordt verlengd.
Medewerkers van de fabrieken in Amsterdam, Rotterdam, Bergen op Zoom en Sas van Gent staken 'in principe voor onbepaalde tijd'. Gedurende de acties overleggen de vakbonden voortdurend met de leden over het vervolg.