Het voedselveiligheidssysteem in Nederland blijft kwetsbaar. Dat zegt de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een uitgebreid rapport over voedselveiligheidsrisico’s in Nederland, dat is opgesteld naar aanleiding van de fipronilcrisis in 2017. Volgens het rapport schieten de sector en de autoriteiten tekort als het gaat om opkomende risico’s, die niet goed in beeld worden gebracht of te laat worden ontdekt.
Volgens het rapport richt de sector zich vooral op risico’s die bekend zijn en zich al eerder hebben voorgedaan. Dat is lang niet genoeg, zegt de Onderzoeksraad. Omstandigheden kunnen immers veranderen, waardoor nieuwe risico’s kunnen ontstaan of bestaande risico’s in ernst kunnen toenemen. Zo deden zich in de afgelopen jaren meerdere incidenten voor waar geen goed zicht op was, zoals de fipronilaffaire, de Q-koorts en de fraude met paardenvlees.
Fipronil
De Raad begon het onderzoek naar aanleiding van de fipronilaffaire in de zomer van 2017. Bij dat incident bleek dat gebruik van illegale middelen tegen bloedluis bij legkippen niet als risico was onderkend, ondanks dat het al eerder was voorgekomen. Dit zorgde ervoor dat er te laat werd ingegrepen en miljoenen eieren uit de handel moesten worden gehaald. Een ander voorbeeld dat de Raad onderzocht is de toxine TTX (bekend van de kogelvis) die in 2015 in Europese schelpdieren werd aangetroffen. Dat nieuwe risico zou wel goed in beeld zijn gekomen bij de autoriteiten, waarna adequaat gehandeld is.
Groente en fruit
Een mogelijk opkomend risico dat volgens de Raad nog niet goed in beeld is gebracht, zijn ziekteverwekkers op groente en fruit. In Nederland worden slechts 6% van de aan voedsel gerelateerde ziektegevallen toegeschreven aan dat risico. In Europa is dat 10%, en in de VS zelfs een torenhoge 46%, waar het als een van de voornaamste voedselveiligheidsproblemen wordt gezien. Dat verschil laat zich volgens de raad maar deels verklaren door de veiligere productieomstandigheden in Nederlandse kassen. Verschillende Nederlandse groenten worden immers ook buiten geteeld, en de helft van het in Nederland geconsumeerde groente en fruit komt uit het buitenland. Bovendien worden groenten steeds vaker rauw gegeten, bijvoorbeeld in smoothies. De Raad vraagt zich dus hardop af of er door de Nederlandse autoriteiten geen verkeerde inschatting wordt gemaakt.
Aanbevelingen
Volgens de Onderzoeksraad is een steviger voedselveiligheidssysteem noodzakelijk om opkomende risico’s vooraf goed te kunnen inschatten en tijdig te kunnen ingrijpen. De signalering en beoordeling van zulke risico’s is op dit moment te versnipperd, stelt de Raad. De Raad beveelt de overheid aan om een nieuwe, gezaghebbende eenheid in het leven te roepen die uit zo veel mogelijk bronnen informatie verzamelt en zicht houdt op opkomende risico’s.