SER: Nederland is niet klaar voor AI-veranderingen op de werkvloer

28 mei 2025 Redactie EVMI iStock
NIEUWS | Nederland onderschat de impact van veranderingen van AI op de werkvloer. Dat schrijft de Sociaal-Economische Raad (SER) in het recente adviesrapport ‘AI & werk’. Het benutten van AI vereist menselijke implementatie. De SER roept op om meer geld te steken in om- en bijscholing, onderzoek en innovatie.

Kunstmatige intelligentie (AI) verandert de samenleving ingrijpend. Zo ook de arbeidsmarkt. maar het bedrijfsleven, werknemers en de overheid zijn daar onvoldoende van doordrongen. Daar moet snel verandering in komen, waarschuwt de Sociaal-Economische Raad (SER), het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet. De Raad publiceerde hun advies 22 mei 2025 in het rapport ‘AI & werk - Samen naar een werkende toekomst met AI’. SER-voorzitter Kim Putters sprak met het Financieele Dagblad.

De impact van AI

Banen verdwijnen, komen en veranderen. Dat kan problemen geven op de arbeidsmarkt en in de sociale zekerheid, volgens het adviescollege. Bijvoorbeeld wanneer grote groepen mensen niet de vaardigheden hebben waar vraag naar is, of doordat in specifieke beroepen er wel degelijk ineens veel banen verdwijnen.

SER-voorzitter Kim Putters sprak bij de presentatie van een advies over de impact van AI op werk. “De kans is reëel dat het werk van heel veel mensen verandert. Mijn grootste vrees is dat we de urgentie niet zien en dat is onacceptabel, zeker gezien de krapte op de arbeidsmarkt.”

Investeren in scholing, AI-onderzoek en AI-innovatie

Daarom is het volgens de SER belangrijk om meer geld te steken in om- en bijscholing. Scholing is al langer een stokpaardje van de raad, maar AI maakt het probleem volgens Putters urgenter. Daarnaast zijn er onvoldoende mogelijkheden voor AI-bedrijven om nieuwe banen te creëren en wordt er te weinig geld gestoken in onderzoek en innovatie.

Hoewel de effecten van AI op de productiviteit en de economie vooralsnog niet groot lijken, is er toch snelle actie nodig, vindt Putters. Bij belangrijke technologische ontwikkelingen laten de gevolgen immers vaak langer op zich wachten. En dan doen die zich ook nog voor op andere plekken en manieren dan voorzien.

De SER dringt verder aan op meer investeringen in AI-innovatie en -adoptie door Nederlandse bedrijven. Het AI-gebruik ligt bij grote bedrijven veel hoger dan bij het mkb. Daarnaast moeten werkgevers werknemers vroeg betrekken bij AI-toepassingen, zodat kwalitatief en ‘menswaardig’ werk voorop blijft staan.

Draagvlak onder werkgevers en werknemers

Het advies kan rekenen op breed draagvlak onder zowel werkgevers als werknemers, zegt Putters. “Ook de Nederlandse werkgevers staan vierkant achter een rechtvaardige implementatie van AI. Het besef bij hen is groot dat we de kwaliteit van werk op orde moeten houden. Dat mag geen bijzaak zijn van vooruitgang.”

Hoe Aaf onvervulbare posities vervult

Het Financieele Dagblad sprak met het accountantskantoor Aaff. Het bedrijf denkt niet dat het zogenaamde samenstelproces door AI kan worden overgenomen, ook niet op de lange termijn. Om de grote vraag naar accountants op te vangen, breidt het zijn kantoor in Bosnië en Herzegovina uit. Het team in Sarajevo telt inmiddels 25 mensen, eind 2026 moeten dat er honderd zijn.

Op dit moment wordt het ‘makkelijkere werk’ gedaan door mensen in Bosnië, zoals de voorbereiding voor een btw-aangifte. CEO Fou-Khan Tsang benadrukt dat de inzet van de buitenlandse krachten het beroep in Nederland niet uitholt. “Het gaat geen banen kosten, maar onvervulbare vacatures opeten.”

Tsang denkt ook de hoge werkdruk te kunnen verlagen. “Mensen in Nederland krijgen nu meer ruimte en lucht, dat zou ook de kwaliteit van hun werk kunnen vergroten. We hebben een proef gedaan vorig jaar, de kwaliteit van het geleverde werk is waar die pilot op had kunnen mislukken. Dat is niet gebeurd.” 

Aaff is niet de eerste accountant die over de grens werft. Het Financieele Dagblad schreef vorige maand dat na de Big Four (Deloitte, EY, KPMG en PwC) ook kleinere kantoren experimenteren met personeel uit onder meer Zuid-Afrika, Sri Lanka en Zuid-Europa.

Niet minder, maar meer rijksambtenaren

Vorig jaar is het ambtenarenapparaat verder gegroeid, blijkt uit het jaarverslag van het Rijk over 2024. In totaal nam het aantal ambtenaren met 6,2 procent toe, tot 157.019 fte’s.

In het hoofdlijnenakkoord van kabinet-Schoof is echter afgesproken om het aantal ambtenaren met 22 procent terug te brengen ten opzichte van 2018, oftewel 25.000 fte’s. Maar sindsdien is het aantal fte’s bijna 44.000 hoger, een plus van 38 procent. De personeelskosten stegen sinds 2018 met ruim 68 procent. Per fte komen deze kosten nu uit op 91.600 euro, bijna een kwart meer dan de 75.100 euro in 2018.

De ambitie om maximaal 10 procent van de totale personeelskosten uit te geven aan extern personeel is ook nog niet behaald. Net als in 2023 kwam deze zogenaamde Roemer-norm — vernoemd naar de motie-indiener Emile Roemer (voormalig SP-kamerlid) — uit op 15,4 procent.

Altijd op de hoogte blijven?