Staatssecretaris Bas van ’t Wout van Sociale Zaken en Werkgelegenheid lanceer op woensdag 28 oktober de campagne Hoe TOP werk jij? Pak lichamelijke belasting aan! Hiermee wil hij meer aandacht genereren voor het voorkomen van beroepsziekten door lichamelijke belasting. Uit cijfers van TNO blijkt dat bijna een half miljoen werknemers kampen met fysieke aandoeningen door het werk. Deze klachten leiden jaarlijks tot zeven miljoen verzuimdagen en een kostenpost voor werkgevers van 1,5 miljard euro, nog los van de zorgkosten.
Van ’t Wout: “Vele duizenden Nederlanders krijgen last van hun lichaam door het werk. Met name in de bouw, industrie, zorg, land- en tuinbouw en vervoer en opslag is dit een probleem. De coronacrisis vraagt bovendien extra veel van werkenden. Denk aan de zorgmedewerkers, maar ook aan alle thuiswerkers. Bij die laatste groep ligt een verkeerde houding of te weinig lichaamsbeweging op de loer. Extra aandacht voor de risico’s van lichamelijke overbelasting of juist onderbelasting is daarom zeker nu op zijn plaats. Ik wil samen met werkgevers en werknemers werken aan risicobewustzijn en preventie. Omdat voorkomen zo veel beter is dan genezen.”
TOP-campagne
Staatssecretaris Van ’t Wout trapt de campagne af in het (digitale) gezelschap van arboprofessionals, experts, brancheorganisaties en werkgevers en werknemers uit sectoren waar lichamelijke overbelasting veel voorkomt. De campagne zet in op de zogenoemde TOP-strategie. TOP staat voor de technische, organisatorische en persoonsgebonden maatregelen ter preventie van lichamelijke belasting. Daarbij wordt gestart met technische maatregelen om de bron van lichamelijke belasting aan te pakken, zoals het gebruik van machines en hulpmiddelen. Vervolgens wordt gekeken naar organisatorische maatregelen, zoals meer afwisseling in het werk. En tot slot wordt samen met de werknemer gekeken of zijn of haar fysieke werkhouding moet worden aangepast. De campagne is onderdeel van een EU-brede campagne over lichamelijke belasting op het werk. In Nederland ligt de uitvoering hiervan bij het ministerie van SZW en bij Focal Point Nederland.