Supers dwingen hun leveranciers naar de bank en financieren hun expansie en vernieuwingen met gratis en ongedekt verkregen krediet. Bank en leverancier spelen het spelletje mee zolang de rente laag staat. Onderwijl is het wachten op aanbieders als Amazon en Picnic om de markt goed op zijn kop te zetten.
Door Cécile Janssen - Foodlog
Het Financieele Dagblad deed onderzoek naar de betaaltermijnen van supermarkten. Op grond van openbare jaarverslagen stelt de krant vast dat in een periode van 7 jaar de Nederlandse supermarkten 2 tot 4 keer zo laat zijn gaan betalen.
De supermarkten zouden dit doen om geld vrij te spelen waarmee zij hun expansie en introductie van nieuwe formules financieren. "Wij betalen de overnames van de supermarkten", zegt een (anonieme) leverancier in de krant. Een ander gaat zo ver te zeggen dat supermarkten "van het betalen van rekeningen een businessmodel hebben gemaakt". Dat werkt zo: klanten rekenen hun boodschappen direct af bij het verlaten van de winkel. Maar door leveranciers pas laat te betalen, bouwen supermarkten een geldbuffer op waarmee ze vrij kunnen handelen - zonder dat ze afhankelijk zijn van een bank.
Bank schiet voor
'Koploper' is Jumbo, dat in 2011 gemiddeld na 32 dagen betaalde, maar inmiddels zijn leveranciers 75 dagen op hun geld laat wachten. Volgens Jumbo moet dat getal nog gecorrigeerd worden en gaat het in werkelijkheid om gemiddeld 54 dagen. Bij de bij inkooporganisatie Superunie aangesloten supermarkten liep de betaaltermijn op van 12 dagen in 2011 tot 46 in 2016. Albert Heijn publiceert geen eigen jaarverslagen, maar ook daar zou de betaaltermijn "fors" zijn opgerekt.
Voor de leveranciers ontstaat een probleem als zij lang op hun geld moeten wachten. Zij moeten immers ook grondstoffen inkopen, hun productieproces in de benen houden of kunnen investeren in innovatie of verduurzaming. Dat erkennen de supermarkten. Daarom bieden zij zelfs regelingen aan "waarbij de bank de betaling aan de leverancier voorschiet", schrijft het FD. Banken zijn daar blij mee, want zij verdienen er geld aan. Zolang de rente laag is, is het ook voor leveranciers een 'aantrekkelijke' manier om toch snel hun geld binnen te krijgen. De leveranciers van Jumbo laten zich op die manier voor €300 miljoen uitbetalen, wat overeen zou komen met een betaaltermijn van 31 dagen.
Maar het zijn sterke benen die de weelde van deze financieringsconstructies kunnen dragen: zodra de rente weer gaat stijgen, zakt dit spel in elkaar en zullen de verhoudingen tussen supermarkt en toeleverancier verharden.
Nestlé in de tang
Ondertussen blijkt zich op Europees niveau nog een andere strijd af te spelen tussen supermarkten en hun leveranciers. De Europese inkooporganisatie AgeCore, een van de grootste van Europa, is in een zich vooral achter de schermen afspelende strijd verwikkeld met Nestlé, schrijft Reuters. De aangesloten supermarktketens (Edeka, Coop, Colruyt, Intermarché, Eroski, Conad) leggen eenvoudigweg geen producten van Nestlé meer in de schappen, om de grote Zwitsere levens- en genotmiddelenmaker tot lagere prijzen te dwingen. Het gerucht gaat dat een derde van de omzet van Nestlé bij de Agecore-partners door dergelijke acties is getroffen.
Levensmiddelengiganten waren gewend behoorlijk eenzijdig prijsverhogingen op te kunnen leggen omdat het publiek nu eenmaal niet graag naast bijvoorbeeld zijn vertrouwde Nescafé, Maggiblokjes of Kitkat wil grijpen. Supermarkten lieten zich in het verleden door die wetenschap weerhouden te kiezen voor boycotacties; die terughoudendheid verdwijnt, zeker nu ze hun inkoopmacht vergroten door gezamenlijke inkoop voor verschillende landen. Ze vinden dat ze zoveel afnemen dat de prijzen wel wat omlaag kunnen.
Merkproducenten zien dat anders. Door verduurzamingsinspanningen nemen hun kosten toe. Die willen ze kunnen doorberekenen. Dat willen supers nu juist niet omdat ze aan aan de vooravond staan van een grote strijd om de markt met onlineaanbieders zoals Amazon en Picnic. Volgens een bezorgde leverancier is er maar één oplossing voor het probleem: wachten tot Amazon de boel echt openbreekt. Op dat moment hebben de merkartikelenmakers de supermarkt niet meer nodig en ontstaat een geheel nieuw speelveld.