Zout- en verzadigd vetgehalte in levensmiddelen daalt langzaam

3 januari 2018

De afgelopen 6 jaar nam het zoutgehalte van levensmiddelen met 11 procent af. Ook daalde het percentage verzadigd vet in 2017. Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek naar de samenstelling (zout en verzadigd vet) van levensmiddelen in Nederland van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Zoutgehalte

Sinds 2011 monitort de NVWA het zoutgehalte in levensmiddelen. De voedselautoriteit onderzocht 404 levensmiddelen (brood, chips en zoutjes, conserven, (diepvries-)snacks, kaas, kant-en-klaar-maaltijden, koek en banket, sauzen, soep en vleeswaren). Gemiddeld daalde het zoutgehalte van producten te zien met 11 procent.

De sterkste dalingen waren te zien in de productgroepen kaas (-27 procent), (groente)conserven (-34 procent), brood (-16 procent) en kant-en-klaarmaaltijden (-24 procent). In de productgroep sauzen daalde het zoutgehalte niet, maar nam juist toe met 8 procent. Wanneer de monitoringsgegevens van alle onderzochte producten over de jaren worden vergeleken is het gemiddelde zoutgehalte gedaald van 1,24 procent in 2011 naar 1,13 procent in 2017.

 

Verzadigd vet

Het verzadigd vetgehalte in levensmiddelen neemt ook langzaam af. In 2016 voldeed bijvoorbeeld 48 procent van de bemonsterde paté en smeerleverworst aan de afgesproken maximale norm voor verzadigd vet. In 2017 was dit 60 procent. 94 procent van de bemonsterde kant- en klaar-maaltijden voldeed aan de aanstaande norm voor verzadigd vet.

Etiketten

Uit het onderzoek kwomt ook naar voren dat de informatie op de etiketten niet altijd klopt. Het zoutgehalte dat wordt vermeld op het productetiket ligt over het algemeen hoger dan het geanalyseerde gehalte. Dit is vooral duidelijk bij de productgroep kaas.

Voor verzadigd vet is het tegenovergestelde het geval. Het meest opvallende is dat in Saksische smeerleverworst 12% meer verzadigd vet wordt geanalyseerd dan het etiket vermeld.

Lees ook:

 

 

Altijd op de hoogte blijven?