Europese Commissie wil duurzame sojaketen

14 maart 2013

Een wereldwijde standaard voor een duurzame soja- en vleesproductie is lastig. “De ecologische, economische en sociale verschillen tussen de werelddelen zijn groot”, zegt Cesare Zanasi, initiatiefnemer van het Salsa-project. Toch is het doel om zo’n universele standaard op te stellen.

EVMI achtergrond & analyse – Verduurzaming voeding

soja-300x199 Foto's: Tessa Nederhoff, SignElements

Het opzetten van een duurzame soja- en vleesketen wereldwijd. Dat is het doel van Salsa, een project dat is opgezet door de Europese Commissie. Vele organisaties in Latijns-Amerika en Europa werken samen.

Deelnemende partijen zijn onder andere Solidaridad, de Round Table on Responsible Soy (RTRS), Wageningen Universiteit, Universiteit Gent en Bologna University. “Er zijn in de feed- en foodindustrie al veel initiatieven om de productie duurzamer te krijgen. Zo wil Unilever in 2014 alleen nog maar duurzaam geproduceerde sojabonen gebruiken. In 2020 moet ook alle sojaolie die binnen het bedrijf wordt verwerkt, duurzaam zijn. De markt vraagt erom”, meent Cesare Zanasi, initiatiefnemer van het Salsa-project en werkzaam bij Bologna University, tijdens een netwerkbijeenkomst van het project.

Samenwerking

Gevolg van de marktvraag is dat er veel initiatieven ontstaan die tot een duurzame sojaproductie moeten leiden, zoals RTRS. “Maar om de hele keten duurzaam te krijgen, moeten Europa en Latijns-Amerika samenwerken en moet er een gezamenlijke standaard komen. Probleem hierbij is dat de ecologische, economische en sociale verschillen tussen deze werelddelen groot zijn”, stelt Zanasi.

“De standaard voor duurzame productie moet beide continenten voordelen opleveren, niet te veel geld kosten en vooral uitvoerbaar zijn.”

Om dit te bereiken, heeft Salsa bedrijven nodig die de duurzame maatregelen testen. Het gaat daarbij om zowel technische als managementaspecten, zoals bijvoorbeeld verbetering van de werkomstandigheden, verhoging van de opbrengsten en toepassing van efficiëntere technieken om runderen te voeren. Het verwachte eindresultaat is een gedetailleerde inventarisatie van maatregelen die leiden tot een duurzame soja- en vleesketen.Bedrijven die feedback willen geven, kunnen zich aanmelden als deelnemer aan het Salsaproject. Zij krijgen tevens inzage in de resultaten van de geteste maatregelen.

RTRS

Henk-Flipsen-300x198 Henk Flipsen hoopt dat andere Europese landen de RTRS standaard overnemen.

Een van de standaarden die al bestaat, is RTRS, een wereldwijde standaard voor duur- zame soja, opgesteld door meerdere belanghebbenden in de keten. Henk Flipsen, directeur van de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) en tevens voorzitter van de Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja benadrukt het belang van zo’n standaard. “Er is al tien jaar discussie over sojaproductie, zowel bij humane voeding als bij diervoer. De grootste vraag is op welke manier we verantwoordelijkheid moeten nemen als we willen dat de aarde blijft bestaan.”

De eerste stap is volgens Flipsen het opstellen van een internationaal multistakeholder-platform, waarin de hele keten samenwerkt met maatschappelijke en natuurorganisaties om de duurzame productie van soja te versnellen. RTRS is zo’n samenwerkingsverband. In 2010 werden hierbinnen criteria opgezet, zodat soja kon worden gecertificeerd. Alle ketenpartners in Nederland zijn betrokken bij RTRS. Het doel is om in 2015 alle soja in Nederland duurzaam te krijgen (1,8 ton sojaboon-equivalenten). Dit is niet gemakkelijk. “De markt moet het willen, er moet voldoende geld zijn en voldoende gecertificeerd product. Maar je moet ergens beginnen”, meent Flipsen.

Europees effect

De Nevedi-directeur spreekt de hoop uit dat er door RTRS een Europees effect ontstaat, waardoor andere Europese landen de standaard overnemen. “Nederland is klein, we moeten de duurzame gedachte delen om een verschil te kunnen maken.”

Uiteindelijk hoopt Flipsen dat de retailers duurzaam geproduceerde soja als ‘mainstream’ gaan zien, waarna ook andere grondstoffen kunnen volgen. “Ik ben ervan overtuigd dat het RTRS project ertoe leidt dat duurzaam niet meer wordt gezien als slechts een goed idee, maar als een gangbare manier van werken. RTRS kan dienen als voorbeeld voor andere grondstoffen en voor andere landen.” Probleem hierbij is dat de definitie van duurzaam steeds vaker ter discussie staat. Daarover zegt Flipsen: “Wat duurzaam is, dat moet de goedgeïnformeerde consument besluiten.”[kader]

Salsa-project

Salsa is een project dat is opgezet door de Europese Commissie. Doelen van het project zijn: het verbeteren van zowel de sociale, als de economische en ecologische duurzaamheid van de voedselketen in Latijns-Amerika en Europa; het verbeteren van toegang van MKB en kleine agrarische producenten tot de lokale en Europese duurzame exportmarkt; verbeteren van de efficiëntie van de relaties tussen bedrijven in de voedselketen, zowel op het gebied van kennisuitwisseling als handelsrelaties; het overtuigen van beleidsmakers in Europa en Latijns-Amerika van het belang van goede informatie, educatie en een effectief duurzaam voedselbeleid; consumenten en maatschappij voorzien van goede informatie en educatie over duurzame voedselproductie. Voor meer informatie over het project, zie: www.salsaproject.eu.[/kader]

Stap voor stap

Cefetra is als grondstoffenleverancier al een aantal jaren bezig met het creëren van een efficiënte, duurzame toeleveringsketen voor soja. Het grootste probleem hierbij is volgens Karst Vellinga, manager bij het bedrijf, dat veel boerenbedrijven de overstap naar RTRS gecertificeerde productie nog niet aankunnen.“Het is belangrijk de overgang stap voor stap aan te pakken.” Vooral voor kleine boeren is de overstap lastig, weet hij. Vellinga pleit dan ook voor een realistisch instapniveau, waarbij boeren wel aan een aantal kerncriteria moeten voldoen, zoals het uitsluiten van ontbossing, dwang- of kinderarbeid en het toepassen van Good Agricultural Practices. Minder belangrijke criteria, zoals de eis om alles te documenteren, ziet Vellinga liever pas in een later stadium ingevoerd.

Link naar productie

Om te kunnen aantonen dat een bedrijf gebruikmaakt van duurzaam geproduceerde soja, zijn meerdere systemen mogelijk. Bij ‘book & claim’ verkopen boeren certificaten op internet voor de soja die zij duurzaam produceren. Een verwerkend bedrijf kan deze certificaten kopen, maar een fysieke link met de producent ontbreekt. Bij ‘mass balance’ wordt de duurzame productie niet gescheiden gehouden, zoals bij segregatie, maar wel wordt de soja administratief gevolgd in de hele keten. “Je hebt dan een idee waar de bonen heen gaan”, aldus Vellinga. “Het probleem bij mass balance is echter dat er enorm veel spelers in de sojaketen zijn. Dit maakt het duur.” ‘Book & claim’ is goedkoper en praktischer, waardoor het geschikt is voor het opstarten van certificering op producentenniveau.

Vellinga pleit op dit moment voor een combinatie van beide systemen om de kosten in de hand te houden: ‘book & claim’ van de producent tot aan de crushers, omdat daar veel spelers in het veld actief zijn, en ‘mass balance’ vanaf de crushers tot aan de consument. Wanneer het volume duurzaam geproduceerde soja groeit, is het volgens Vellinga mogelijk om de stroom beter te volgen. “Nu duurzame soja nog niet de hoofdstroom is, kan book & claim worden gebruikt. Om mass balance adequaat toe te passen, is er volume nodig. Pas als het aandeel gecertificeerde soja groot genoeg is, wordt segregatie een interessante optie”, stelt Vellinga.

Combineren

Vellinga benadrukt het belang van samenwerken van standaarden voor duurzame soja, zodat betere uitwisseling mogelijk is. “Er is veel competitie tussen programma’s, maar standaarden moeten juist worden gecombineerd.” Cefetra denkt dat RTRS een goed platform is voor discussie. Binnen dat platform kan worden bekeken op welke manier samenwerking tussen verschillende standaarden mogelijk is. “RTRS zou bijvoorbeeld andere standaarden kunnen erkennen, aangezien de eisen nu vrij zwaar zijn. Als dat gebeurt, is er meteen een groter volume gecertificeerde soja beschikbaar.”

Voorwaarden

Om tot een eenduidige duurzaamheidsstandaard te komen, is het goed te weten hoe belanghebbenden erover denken. Toon Driesen van Universiteit Gent onderzocht dit. Uit zijn onderzoek blijkt dat zakelijke belanghebbenden het duurzaamheidsprobleem erkennen en geloven dat er een win-winsituatie mogelijk is (economische groei met ecologische en sociale voordelen). Oplossingen moeten volgens hen eenvoudig zijn en gezocht worden in vrijwillige marktinitiatieven zoals standaarden en certificeringsmechanismen, eerder dan via het opleggen van regels en wetgeving. Ondanks deze gemeenschappelijke interesse, is de kloof tussen Latijns- Amerikaanse sojaproducenten en de Europese retail en food- en feedindustrie nog behoorlijk groot. “Volgens producenten ligt de oplossing in praktische landbouwmethoden en EU-importeurs moeten via prijs-premiums voor duurzame soja de markt in de duurzame richting duwen.

Europese bedrijven daarentegen zien heil in het opschalen van de duurzame productie in Latijns-Amerika en zien duurzaamheid eerder als hun ‘license to operate’, een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen die eenvoudig is te communiceren met de consument.” Hoewel iedereen voor meer duurzaamheid gaat, lijkt een verzoenbare oplossing waar alle partijen inclusief ngo’s achter staan, nog niet in de maak.

veld-soja-678x1024Consumenten

Bij Europese retailers en voedingsbedrijven heerst vaak de veronderstelling dat consumenten enerzijds niet op de hoogte zijn van de rol van soja in hun voeding en anderzijds niet bereid zijn extra te betalen voor duurzame producten. Soja is een onzichtbaar product. “Om de consument een goede keuze te laten maken, is het van belang dat er neutrale informatie komt.”

Tot nu toe is de communicatie naar de consument toe overgelaten aan ngo’s en in mindere mate bedrijven zelf. Om de consument bewust te kunnen laten kiezen is er nood aan neutrale informatie én een neutrale boodschapper.

Europese spelers in de internationale soja-keten staan daarom voor een aantal grote uitdagingen. Ze worden geconfronteerd met kritische burgers en ongeïnformeerde consumenten. Als wereldmarktspeler zien ze hun marktaandeel afnemen, omdat meer en meer soja van Latijns-Amerika naar Azië wordt verhandeld, waar bijna geen vraag is naar duurzame soja. Om deze uitdagingen aan te gaan, is er behoefte aan betrouwbare informatie over de ecologische, sociale en economische impact van voedingsketen, maar ook over de effectiviteit van duurzaamheidsinitiatieven. Het Salsa-project kan hierbij helpen.

“Duurzame soja produceren is duur. Het belang ervan moet dan ook door iedereen worden erkend, ook door belanghebbenden, burgers en consumenten. Maar of de klantvraag naar duurzame soja werkelijk ontstaat, blijft afwachten”, zo luidt de waarschuwing uit het onderzoek.[kader]

Duurzame vleesketen

Binnen het Salsa-project wordt niet alleen gekeken naar een duurzame soja-keten, maar ook naar een duurzame vleesketen. Zandbergen World’s Finest Meat in Zoeterwoude importeert wereldwijd vlees- en vleesproducten. Ze werken aan de productie van duurzaam vlees en werken daarbij samen met Solidaridad. “Alhoewel er bij de vleesproductie veel regels gelden, is er voor een duurzame productie nog weinig opgesteld”, vertelt Marco de Jong, manager bij het bedrijf.

“Probleem bij een duurzame vleesproductie zijn de kosten. Het importeren van vlees kost al geld en het is lastig om een premium-prijs te krijgen voor duurzaam geproduceerd vlees. Daarbij kost het ontwikkelen van een duurzame productie tijd en zorgt de crisis voor een focus op de prijs bij retailers. Ook kost het de boer geld; duurzaam produceren vergt investeringen”, somt De Jong op.

“Daarbij is de productie van vlees pas duurzaam als het hele dier tot waarde wordt gebracht. Van één koe worden meer dan tweeduizend producten gemaakt. Alle partners die deze producten afnemen, zouden meer moeten gaan betalen voor een duurzaam geproduceerde koe, maar daartoe zijn ze niet allemaal meteen bereid”, denkt De Jong. Om duurzame vleesproductie mogelijk te maken, moet er volgens De Jong allereerst een uitgebalanceerd verhaal worden verteld aan de consument en moet de klant ervan worden overtuigd dat ze duurzaam geproduceerd vlees moeten kopen. “Iedereen heeft zijn eigen perceptie van wat duurzaam is. Eerst moet er een duidelijke definitie van duurzaam worden vastgesteld. Daarna willen wij een wereldwijde standaard voor duurzaam vlees ontwikkelen in samenwerking met belanghebbenden.” [/kader]

Tekst: Tessa Nederhoff

Altijd op de hoogte blijven?