Onlangs publiceerde groenteproducent HAK een Maatschappelijk Impact Rapport met behaalde resultaten en nieuwe duurzaamheidsdoelen. Daarmee wil het bedrijf zich profileren als groene onderneming en een maatschappelijk debat aanzwengelen. We spreken directeur Timo Hoogeboom over de ambities van HAK.
HAK is misschien een van de weinige voedingsmiddelenbedrijven die qua strategie enigszins aansluit op minister Schoutens idee van kringlooplandbouw. Het bedrijf opereert in drie landen (Nederland, Duitsland, België) en probeert grondstoffen zo veel mogelijk lokaal te sourcen. In het Maatschappelijk Impact Rapport onderscheidt HAK twee domeinen. Enerzijds gezondheid en consumptie: wat dat betreft stelt HAK zichzelf ten doel om consumenten te stimuleren om meer groente en peulvruchten te eten en 100% natuurlijke ingrediënten te gebruiken en te zorgen dat het hele groenteassortiment Nutri-Score A krijgt. Anderzijds het domein teelt en productie. Hierin omarmt HAK On The Way To Planetproof, en wil het bedrijf in 2035 een CO2-neutrale en verspillingsvrije keten.
Je werkt nu acht jaar voor HAK. Wat is er in die periode veranderd op het gebied van duurzaamheid?
“Het assortiment is bijvoorbeeld heel erg aangepast om het consumenten makkelijker te maken genoeg groente te eten. We zien het als een groot maatschappelijk probleem dat we in Nederland gemiddeld maar de helft van de aanbevolen hoeveelheid groente eten. We bungelen onderaan in de Europese lijstjes. We hebben een uitermate ongezond eetpatroon in Nederland. Onze rol is daarin wel veranderd. In de afgelopen decennia was de strategie – ook vanuit de overheid – om mensen te vertellen wat ze wel en niet moeten eten. Maar het belerende ‘wel je groenten eten hè’ werkt niet. We pakken het nu anders aan. We proberen ons assortiment aan te passen om te zorgen dat onze producten passen in de routines van consumenten. Als je een van onze stazakken gebruikt in je maaltijd, heb je al een groot deel van je 250 gram groente binnen.”
“Ook qua receptuur hebben we stappen gemaakt. In de afgelopen vier jaar is stapsgewijs de hoeveelheid toegevoegd zout en suiker afgebouwd of soms zelfs helemaal tot 0 teruggebracht. En wat productie betreft gaan we steeds meer naar lokaal telen, binnen een straal van 125 kilometer. Die cirkel hebben we eigenlijk heilig verklaard. Drie jaar geleden werd 67 procent van de ingrediënten binnen die straal verbouwd. Nu is dat 87 procent van al onze groenten en peulvruchten. We doen proeven om steeds meer hierheen te halen, nu bijvoorbeeld met kidneybonen en kikkererwten die we normaal gesproken uit Frankrijk en Noord-Amerika halen. We doen proefteelten in Zeeland en met kidneybonen gaat dit zelfs zo goed dat we de teelt aan het opschalen zijn. Het is vallen en opstaan, ze groeien hier nog niet zo goed als daar. Maar we kunnen nog stappen zetten.”
Waarom is het zo belangrijk om lokaal te telen?
“Minder reisafstand betekent minder uitstoot. We geloven ook dat Nederlandse boeren een omslag moeten gaan maken. In de jaren ’60, ’70 en ’80 hebben we onze landbouw heel erg ingericht om steeds meer te produceren, met name commodity-producten als aardappelen, bieten en tarwe voor de wereldmarkt. Waar we tegenaanlopen is dat door die manier van intensieve landbouw de Nederlandse bodem behoorlijk uitgeput is. De kwaliteit is schrikbarend omlaaggegaan. In de toekomst is dit systeem niet meer houdbaar omdat je a) te veel uitstoot hebt en b) naar de toekomst toe de bodemkwaliteit te slecht is om hoogwaardige, kwalitatief goede gewassen te telen. Om dat te veranderen moeten we naar een manier van produceren toe waarbij de boer niet alleen maar meer kan verdienen door meer te produceren, maar ook door kwaliteit en duurzaamheid in acht te nemen.”
HAK kiest expliciet niet voor biologische teelt. Waarom?
Biologisch is goed voor de bodem, maar we liepen tegen problemen aan in combinatie met onze ambitie om lokaal te telen. Met oog op de oogstzekerheid was het niet haalbaar om én biologisch én lokaal te werken met de hoeveelheden die HAK nodig heeft. Daarom kwamen we op On the Way to Planetproof uit. Hiermee kunnen we een grote duurzaamheidsstap maken op de korte termijn. Dat keurmerk stelt 36 bovenwettelijke eisen waaraan een teler moet voldoen. Daarbij kan in beperkte mate nog gewasbescherming gebruikt worden, wat ervoor zorgt dat we bij ongunstig weer niet ineens zonder product zitten. Volgens het keurmerk moet dat dan op andere punten gecompenseerd worden, zoals biodiversiteit, energie of waterhuishouding. We zijn vorig jaar gecertificeerd als producent, en de eerste Planetproof rodekool en spinazie zijn inmiddels geoogst.”
Jullie willen in 2035 een keten hebben die klimaatneutraal en circulair is. Wat is daarbij de grootste uitdaging?
“Het belangrijkste is dat we een volledig traceerbaar systeem hebben. We moeten weten wat er in de hele keten gebeurt, van het zaad in de grond tot de recyclebaarheid van de reststromen. Door de hele keten, niet alleen onszelf, moeten we dat regelen. We zetten nu al een groot aantal stappen door naar gecertificeerde teelt over te stappen en meer in databeheersing te investeren.”
HAK neemt vrij sterk positie in het publieke debat, bijvoorbeeld in de discussie rondom Nutri-Score. Is dat een strategie?
“We willen het publieke debat aanzwengelen. On The Way To Planetproof dreigt bijvoorbeeld een vroege dood te sterven als we het niet voor elkaar krijgen met elkaar te zorgen dat de teler daar op de lange termijn voor gecompenseerd wordt en gemotiveerd blijft om dat te doen. We kunnen dat niet alleen. Dat ligt deels bij de consument. We kunnen de voedselvoorziening alleen op een duurzame manier inrichten als die zich gaat afvragen waar een product vandaan komt en wat de impact is op het milieu. Als het maatschappelijk debat daarover gaat, dan gaan alle partijen in de keten ook hun beleid aanpassen.”
“Toen wij op Nutri-Score overgingen kregen we daar weerstand op. Maar een paar maanden later ging Iglo, daarna Danone. Zelfs Nestlé is om, die twee jaar geleden op een heel ander pad zat. Ik heb niet de illusie dat het grootste voedingsbedrijf ter wereld zijn standpunt heeft aangepast vanwege HAK, maar we zijn vanwege ons DNA, onze nabijheid en onze merkbekendheid wel in een positie om het debat aan te zwengelen in Nederland. De slechte compensatie voor gecertificeerde teelt kunnen we echt oplossen. Via het maatschappelijke debat kunnen dingen echt in gang gezet worden.”
Dit is een verkort interview uit EVMI-5. Vind het volledige interview hier . Nog geen abonnee? Sluit dan nu een abonnement af op EVMI en betaal het eerste jaar slechts € 29,99 excl btw.