De geschiedenis van de arbeidsongeschiktheidsverzekering

17 augustus 2023 partner content

BEDRIJFSINFORMATIE | De arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is één van de vele verzekeringen die je tegenwoordig af kunt sluiten voor je bedrijf. Ondanks dat een AOV niet verplicht is, sluiten veel ondernemers hem toch af. Dit komt vooral doordat zij hiermee verzekerd zijn van een inkomen als ze door ziekte, een burn-out, zwangerschap of ongeval niet kunnen werken. Door de jaren heen is er het een en ander veranderd op het gebied van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Om je hier wat meer inzicht in te geven, zijn wij voor jou in de historie van deze verzekering gedoken. In deze tekst hebben wij onze belangrijkste bevindingen voor je op een rijtje gezet.

Invoering van de arbeidsongeschiktheidsverzekering

In Nederland trad in 1967 de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) in werking. Door de invoering van deze wet hebben Nederlanders die langer dan een jaar arbeidsongeschikt zijn, tot hun 65e levensjaar recht op een uitkering van 80 procent van het laatstverdiende loon. Hoewel de WAO een stuk aantrekkelijker was dan de voorgaande regelingen, dacht Gerard Veldkamp – toenmalig minister van Sociale zaken – niet dat de arbeidsongeschiktheidscijfers fors toe zouden nemen, maar dat was een misvatting. In 1970 waren er ongeveer 200.000 arbeidsongeschikten en tien jaar later was dit aantal opgelopen tot liefst 600.000.

Doordat alle arbeidsongeschikten recht hebben op een uitkering, is deze wet al snel een blok aan het been van de overheid. De uitkeringen zetten de overheidsuitgaven namelijk behoorlijk onder druk. Vandaar dat er binnen de politiek jarenlang over gediscussieerd wordt. Dit leidt in 1987 uiteindelijk tot een gedeeltelijke aanpassing van de WAO. De belangrijkste wijziging is dat de uitkering wordt teruggeschroefd van 80 naar 70 procent.

Ondanks de aanpassingen blijft het aantal arbeidsongeschikten in Nederland stijgen. Uit onderzoek bleek dat werkgevers er massaal misbruik van maakten, waardoor in 1992 een wet werd aangenomen om werkgevers aan te zetten ziekteverzuim tegen te gaan. Vanaf 1993 moesten WAO’ers zich bovendien jaarlijks laten herkeuren en bovendien werden de uitkeringen nog maar toegekend voor een periode van vijf jaar in plaats van tot het 65e levensjaar. Na deze periode moest een WAO’er opnieuw een uitkering aanvragen. 

Werkgevers gaan WAO-premie betalen

Door de maatregelen die in 1993 ingevoerd werden, daalde het aantal arbeidsongeschikten iets. Toch vond het kabinet dit nog niet voldoende, waardoor de Wet Premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheid (PEMBA) ingevoerd werd. Hierdoor gingen werkgevers naast een vaste basispremie ook een premie betalen waarvan de hoogte gebaseerd was op het aantal arbeidsongeschikte werknemers. Hoe meer werknemers een AOV aanvroegen, des te meer premie het bedrijf betaalde. Het gewenste effect bleef uit, want in plaats van een daling was er juist weer een stijging te zien in het aantal arbeidsongeschikten.

WAO wordt WIA

Aangezien het aantal arbeidsongeschikten bleef stijgen, werd de WAO op 29 december 2005 opgevolgd door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Door deze verandering betaal je als werkgever de eerste twee jaar minimaal 70 procent van het loon van een arbeidsongeschikte medewerker door. Als de werknemer daarna nog niet kan werken, heeft hij recht op een WGA- of IVA-uitkering volgens de WIA. 

Werkgevers zijn verplicht om de eerste tien jaar een uitkering te betalen als een werknemer in de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) terechtkomt. Je kunt je hiertegen verzekeren door een WGA verzekering af te sluiten. Kan een werknemer minder dan 20 procent van zijn oude loon verdienen en is het vrijwel zeker dat dit in de toekomst zo blijft? Dan komt een werknemer mogelijk in aanmerking voor een uitkering Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsgeschikten (IVA).

Altijd op de hoogte blijven?