De voedings- en alcoholindustrie zit het bereiken van de doelen van het Nationale Preventieakkoord in de weg. Dat zeggen twee hoogleraren gezondheidsrecht. De Raad van State blijkt het met hen eens.
Brigit Toebes en Jos Dute spreken zich in de NRC uit tegen de manier waarop de politieke besluitvorming in Nederland functioneert. De twee hoogleraren gezondheidsrecht presenteren vandaag een discussiestuk aan de Vereniging voor Gezondheidsrecht. Daarin leggen zij uit waarom de maatregelen van het Preventieakkoord niet effectief genoeg kunnen zijn.
Het verbeteren van de volksgezondheid is dankzij het vorig jaar november gesloten Preventieakkoord een gedeelde verantwoordelijkheid geworden, ook van de voedings- en alcoholindustrie. En daar zit de weeffout. Nu de belanghebbende industrie mee mag praten, is meewerken een keuze in plaats van een verplichting in het algemeen belang geworden. Wie de belanghebbenden laat meepraten, belandt in een onderhandelingstraject waarin het moeilijk is om een forse suikertaks of het verminderen van verkooppunten van alcohol te realiseren.
Staatssecretaris Paul Blokhuis wil producenten juist niet uitsluiten met als argument dat zij uiteindelijk moeten zorgen voor een gezonder aanbod. Blokhuis geeft wel alvast uitvoering aan een andere afspraak: €2 miljoen subsidie voor scholen om 1.000 nieuwe watertappunten aan te leggen op schoolpleinen, meldt de Rijksoverheid vandaag.
Toebes en Dute zijn van mening dat het akkoord te weinig sancties oplegt. De hoogleraren willen minder termen als ‘afspraken’, ‘evaluatie’ en ‘onderzoek’ en meer wettelijke regelingen. "Gezondheid leent zich niet voor compromissen," zeggen ze.
Ook kritiek van Raad van State
Die kritiek is in lijn met het democratisch tekort dat de Raad van State in zijn jaarverslag signaleert. Volgens de Raad "ondermijnt de Tweede Kamer haar macht door de plannen van maatschappelijke akkoorden om te zetten in wetten," schrijft de NRC.
Behalve het Preventieakkoord liggen er inmiddels ook een Klimaat-, Energie- en Woonakkoorden. Enerzijds is het begrijpelijk dat de politiek met maatschappelijke organisaties om tafel gaat. Dat haalt een té grote verantwoordelijkheid voor beleid weg bij de politiek, vindt de Raad. "Wetten worden steeds meer gebruikt om legitimiteit te geven aan gemaakte afspraken. De plannen die uit de akkoorden komen moeten vervolgens alleen nog als wet door de Tweede Kamer. De ‘rechtstatelijke waarborgen’ van wetten komen daardoor in het nauw," vervolgt de NRC.
In het Energeia-katern van het Financieele Dagblad klinkt het aanmerkelijk scherper. De akkoorden lappen het democratische politieke proces in het parlement aan hun laars: Door de vele inspraakprocedures en sociale, politieke en maatschappelijke akkoorden geeft de wetgever deels zijn eigen taak uit handen en dreigt het wetgevingsproces te verworden tot 'een stempelmachine' voor deelbelangen. Dat is funest voor het vertrouwen van de burger in de democratische rechtsstaat, waarschuwt de Raad van State in haar donderdag verschenen jaarverslag. Daarin roept zij regering en parlement op hun taak als wetgever beter op te pakken. “Cruciaal is dat de wetgever zelf de belangrijkste keuzen maakt in de wet”, schrijft de belangrijkste adviseur op het gebied van wet- en regelgeving.
Privaat versus publiek belang
De twee lijnen van kritiek zijn eenvoudig samen te vatten. De vakhoogleraren Toebes en Dute maken zich zorgen over de inperking van het algemeen belang door akkoorden op te stellen die mede vanuit het (private) financiële belang van een sector zijn opgesteld. Daardoor zullen ze nooit voldoende ingrijpend zijn om de gewenste systeemveranderingen tot stand te brengen. De Raad van State bekritiseert de ontwrichting van de politieke functie van het parlement door de focus op akkoorden als kern van de besluitvorming in de volksvertegenwoordiging. We kiezen de leden van de Tweede Kamer niet om te oordelen over akkoorden die in achterkamertjes uitonderhandeld zijn. De volksvertegenwoordiging is er om voor het oog en oor van de burgerij te komen tot goede en begrijpelijke beslissingen op basis van argumenten in het algemeen belang.
Bron: Foodlog