Eén op de acht broden haalt de consument uiteindelijk niet. Het komt als retourbrood terug in de bakkerij, bijvoorbeeld om te worden verwerkt tot veevoer of brandstof. Onderzoeksinstituut TI Food and Nutrition heeft een methode ontwikkeld om te berekenen welke verwerkingsoptie het meest duurzaam is.
Natuurlijk blijft het terugdringen van retourstromen een belangrijk item. Maar omdat bakkerijen in de hele productieketen (foto) nu eenmaal te maken hebben met brood dat retour komt, is het ook van belang om te weten welke toepassing voor retourbrood het meest duurzaam is. “Maar hoe vergelijk je bijvoorbeeld energieopwekking uit retourbrood met verwerking tot veevoer?”, stelt Peter Weegels van Sonneveld Group in het oktobernummer van vakblad EVMI.
Rekenmodel
In een project hebben onderzoekers van Wageningen University en NIZO Food Research een rekenmodel ontwikkeld, voor de mate van duurzaamheid van een proces, product of keten.
Dit heeft overigens niet alleen een duurzaamheidsaspect: Met het beter benutten van de retourstroom maak je namelijk ook een deel van het eerdere verlies goed.
Speelt in meer branches
De vraag welke optie voor retourstomen het meest duurzaam is, speelt in veel meer branches in de voedingmiddelenindustrie. Daarom hebben FNLI en CBL het project samen gefinancierd bij TI Food and Nutrition.
Bedrijf gevraagd
TI Food and Nutrition heeft twee cases gedaan, bij de productieketen van brood en van champignons.
Er is nog ruimte voor een nieuwe case om het beslismodel verder te testen. Projectleider Friso van Assema is hiervoor op zoek naar een geïnteresseerd bedrijf.
- Meer info: TI Food and Nutrition
- Lees over de scenario’s die Sonneveld Group heeft laten narekenen en wat daarbij als beste uit de bus kwam, in EVMI nummer 7 (Premium)
- > Log in om uw account te activeren
> Nog geen abonnee?
Lees ook:
EVMI achtergrond & analyse – Verduurzaming voeding (Premium)
Foodlab Brabant start voor duurzame ideeën (28 augustus 2015)