Glutenvrije broden, roggebrood en stokbroden moeten vanaf 1 januari 2018 ook voldoen aan de zoutnorm. Dat betekent dat er niet meer zout in mag zitten dan 1,8 procent op basis van de droge stof.
Dat bericht branchevereniging NBOV.
De bakkerijsector heeft in diverse stappen het zoutgehalte in brood verlaagd. Sinds 1 januari 2013 is de zoutnorm voor het gangbare brood zoals wit, bruin, volkoren- en meergranenbrood 1,8 procent op droge stofbasis. Dit betekent dat bakkers 1,5 procent zout op meelbasis toevoegen. Met die verlaging werd volgens het NBOV een zoutreductie van 25 procent bereikt.
Gezondheidswinst
Er kan echter meer gezondheidswinst worden geboekt als ook andere broodsoorten aan de norm moeten voldoen. Daarom wordt het Warenwetbesluit Meel en Brood per 1 januari 2017 aangepast. Het ministerie van VWS en de bakkerijsector hebben een overgangsperiode van een jaar afgesproken zodat bakkers tijd hebben hun recepturen aan te passen. Op 1 januari 2018 moeten glutenvrije broden, roggebrood en stokbroden aan de zoutnorm voldoen.
Imago
Bakkerijen die niet aan de norm voldoen riskeren vanaf die datum een boete. De NBOV roep bakkers op zich aan de regels te houden vanwege het imago van de sctor. "Indien het niet voldoen aan de zoutnorm een bewuste keuze is, kan dit niet alleen uw bedrijf maar ook de gehele ambachtelijke bakkerij schade toebrengen. Als ambachtelijke bakkerijbranche zijn we gebaat bij positieve berichtgeving over het zoutgehalte in brood, zodat de toewijding en het harde werk van de bakker wordt beloond en de consument blijft genieten van zijn lekkere en voedzame ambachtelijke broodmaaltijd."
Lees ook:
- Zoutverlaging in levensmiddelen kalft af (30 maart 2016)
- Subsidie voor brood zonder koolhydraten (29 maart 2016)
EVMI achtergrond & analyse – Zoutvermindering