Wageningen University & Research (WUR) heeft samen met TNO een breed onderzoeksprogramma over gepersonaliseerde voeding en gezondheid. Onderdeel daarvan is het beoordelen van relevante parameters voor een persoonlijk voedingsadvies.
Relevante biomarkers
Aan menselijk DNA kun je van alles aflezen, ook op het gebied van voeding en gezondheid. “DNA is dan ook één van de relevante biomarkers op basis waarvan voedingsadvies gepersonaliseerd kan worden”, concludeert Liesbeth Luijendijk, programmamanager Smart Customised Nutrition & Health binnen WUR. “Maar DNA is lang niet de enige relevante biomarker voor voeding en gezondheid.”
Gepersonaliseerd advies
Ook drie andere relevante voedingsgerelateerde biomarkers zijn af te lezen uit bloedanalyses, zoals biomarkers die de bloeddruk weergeven en de Body Mass Index (BMI) bepalen. Het onderzoeksprogramma Personalised Nutrition kijkt hoe verschillende gezondheidsmetingen kunnen worden ingezet om mensen het beste persoonlijke voedingsadvies te geven. “Naast biometrische aspecten kijken we ook naar sociaal-psychologische aspecten, naar persoonlijke voorkeuren en sociale context als basis voor een gepersonaliseerd voedingsadvies”, aldus Luijendijk.
Diëtist van de toekomst
Persoonlijke metingen gecombineerd met wetenschappelijke kennis van voeding en gezondheid leiden tot een advies: precies wat een diëtist doet. Luijendijk: “Maar we vervangen de diëtist niet. Het is eerder zo dat we dankzij de grote hoeveelheid data de statistische en wetenschappelijke onderbouwing van voedingsadviezen kunnen ondersteunen. De diëtist van de toekomst heeft een belangrijke rol bij het begrijpelijk en toepasbaar maken van alle informatie over voeding die de consument krijgt.”
Persoonlijke data
Hoe meer persoonlijke data van verschillende personen in de databases, des te sterker wordt de statistische kennisbasis voor een persoonlijk advies. En de voortdurende wisselwerking tussen persoonlijk en algemeen zorgt dat er uiteindelijk voor iedereen een steeds beter advies uit kan rollen. Het is een groot en complex onderwerp, waarbij experts van WUR en TNO stap-voor-stap te werk gaan. “We werken doelgroepgericht, met aandacht voor groepen met gezondheidsrisico’s, werknemers, en mensen met een lagere sociaal-economische status.”
Huidige wearables
“Naast gezondheidsaspecten en techniek kijken we in ons onderzoek nadrukkelijk naar motivatie-aspecten rond persoonlijk voedingsadvies”, aldus Luijendijk. “Het gaat niet alleen om de inhoud van het advies, maar vooral om hoe dit advies kan bijdragen tot een gezonder eetgedrag op lange termijn. Eén van onze doelen is consumenten bewust te maken van het effect van voeding op de eigen gezondheid”, zegt Luijendijk. “Het zelf meten van je gezondheid door het aanbod kan hieraan bijdragen. Denk aan de huidige wearables: stappen, hartslag, bloeddruk.”
Dieettrouw
“Wanneer eigen metingen aan de basis staan van een passend voedingsadvies en de consument daar de resultaten daarvan zelf van kan monitoren en bijsturen, dan werkt dat motiverend. “Zelfmeting kan de trouw aan het volgen van een dieet verhogen”, aldus Luijendijk.
Het onderzoek is niet bedoeld om de diëtist te vervangen. Veel diëtisten zullen bepaalde zaken wel intuïtief kunnen inschatten, maar krijgen dankzij het onderzoek meer feitelijk houvast voor hun adviezen.
Lees meer over dit onderzoek in EVMI nummer drie, deze ligt bij abonnees al op de mat. Nog geen abonnement? Sluit er één af.