Resultaten van onderzoek naar gezondheid belanden overdreven en vervalst in media

5 januari 2018

Onderzoekers van de Universiteit van Leiden wogen de waarde van wetenschapsnieuws over gezondheid. Onder hen hoogleraar wetenschapscommunicatie Ionica Smeets en onderzoeker van wetenschapsjournalistieke broodjes aap Peter Burger. Ze constateerden dat media een voorkeur hebben voor overdreven persberichten van universiteiten en dat ze die overschrijven. De bevindingen zijn boeiend, maar leiden de aandacht af van de fundamentele wetenschapskritiek die sinds 2005 een rol speelt in de discussie over wetenschappelijke integriteit binnen de wetenschap zelf.

Door Dick Veerman - Foodlog

De Leidse onderzoekers beoordeelden 129 persberichten over onderzoek van Nederlandse universiteiten en universitaire medische centra die in 2015 werden uitgebracht. Ze vergeleken de conclusies uit de persberichten met die van de onderzoekers zelf om te bepalen of ze te kort door de bocht gingen door die te overdrijven. Vervolgens bekeken ze of overdreven persberichten tot meer overdreven berichtgeving in de media leidt.

Negen op tien overdreven conclusies in persberichten belanden in pers

Op basis van de door hen onderzochte berichten, constateren de Leidse onderzoekers dat 20 procent van de persberichten en 29 procent van de mediaberichten over de onderzoeken uit die persberichten overdrijving bevatten. In zulke gevallen is de conclusie aangezet of wordt van een associatie - een slechts statistisch verband - een direct verklarende causale relatie gemaakt. Eventuele gezondheidsadviezen bleken in 7 procent van de persberichten overdreven. Nieuwsberichten scoorden in 10 procent van de gevallen op overdrijving van adviezen. Als een persbericht overdreef, dan belandde diezelfde overdrijving in maar liefst 92 procent van de berichten in de media over het betreffende 'nieuws'.

Media dikken zelf slechts beperkt aan

Als de conclusie door een persbericht niet werd overdreven, dan dikten de media het aan in 6 procent van hun berichten. De relatieve kans op overdreven nieuws bij een overdreven persbericht was 16,08 (95 procent-BI: 7,35-35,18). Op overdreven persberichten volgde vaker een nieuwsbericht. De relatieve kans op een nieuwsbericht bij een overdreven persbericht tegenover een niet-overdreven persbericht was 1,45 (95 procent-BI: 1,02-2,04). Een relatieve kans van 1 betekent dat er geen verschil in kans is tussen de twee groepen. Als de relatieve kans van een overdreven persbericht groter is dan 1, betekent dit dat de kans om gepubliceerd en overdreven te worden in de media groter is dan van een 'normaal' bericht.

De onderzoekers adviseren wetenschappelijke instellingen toe te zien op de nauwkeurigheid en juistheid van academische persberichten en die zonodig te verbeteren. Dat vinden ze "een belangrijke eerste stap om de kwaliteit van gezondheidsnieuws te verhogen."

De essentie van het nieuws? Media schrijven doorgaans slechts over wat de persberichten voorkauwen en hebben geen tijd en middelen voor goede wetenschapskritiek. Persafdelingen van universiteiten zijn als volleerde marketingcommunicatieprofessionals in dat gat gesprongen. Ze verkopen de 'producten' van hun onderzoekers. Wie als wetenschapsbedrijf in het nieuws is, telt immers mee en genereert geld om nieuw onderzoek te kunnen doen en salarissen te kunnen betalen. Dit laatste voeg ik toe aan het bericht van de onderzoekers. Zij schrijven dat zelf niet zo hard.

Maar ... we moeten beter onderzoek willen

In een beroemd geworden artikel uit 2005 concludeerde de Grieks-Amerikaanse wetenschapscriticus John Ioannidis dat het echte euvel van gezondheidsonderzoek schuilt in de wil om met cijfers en 'hard bewijs' een complexe werkelijkheid te willen bezweren. Zijn conclusie - op basis van gedegen statistisch onderzoek - luidde dat er bar weinig onderzoeksresultaten zijn die hun naam waar kunnen maken.

Het is misschien wijzer pas in tweede instantie te wijzen op het feit dat zulk rommelig onderzoek ook nog eens overdreven wordt verkocht door de wetenschapsmarketeers van universiteiten. De echte vraag die gesteld moet worden, is vermoedelijk deze: willen we goed onderzoek of willen we slecht onderzoek correct over het voetlicht hebben gebracht?

Mocht de indruk door dit bericht zijn ontstaan dat slechts 29 procent van het voedingsnieuws weinig zinvol is, dan moet ik u waarschuwen: dat mag u niet zomaar denken. Op gezag van Ioannidis mogen we zeggen dat het percentage hoger kan liggen. Met diens artikel kwam de discussie over wetenschappelijke integriteit op gang. Die stond aan de wieg van een wetenschapskritische stroming binnen de wetenschap zelf. Wetenschappers die het aandurven, vragen zich af welke motieven aan onderzoek ten grondslag liggen, welke vooronderstellingen worden gehanteerd, wat die legitimeert en of doel, middel en conclusies wel sporen - hoe ingehouden de resultaten ook gepresenteerd worden.

 

Altijd op de hoogte blijven?