Transgene besmetting ver onder norm

20 maart 2007

WAGENINGEN - De besmetting van gewone en biologische maïs door transgene maïs blijft ver onder de afgesproken normen, zo blijkt uit een veldproef van Plant Research International, een business unit van de WUR.

Onderzoeker dr. Bert Lotz onderzocht de uitkruising van transgene maïs met reguliere rassen in zes proefvelden. Op drie proeflocaties was de afstand tussen de reguliere en de genmaïs 25 meter, op de drie andere 250 meter.

Die afstanden zijn gekozen omdat de stuurgroep Co-existentie die als norm wil gebruiken voor de afstand tussen respectievelijk genmaïs en gewone maïs, en genmaïs en biologische maïs.

In velden op 25 meter afstand vonden de onderzoekers gemiddeld in 0,08 procent van de maiskorrels genetisch gemodificeerd DNA terug. Bij 250 meter was dat 0,005 procent. Op 25 meter maten de onderzoeker maximaal 0,4 procent besmetting, op 250 meter op zijn hoogst 0,04 procent.

Daarmee blijft de contaminatie ruim onder de Europese normen. Hierbij moet een gangbaar product gelabeld worden als het voor 0,9 procent bestaat uit genetisch gemodificeerd materiaal.

De proef werd begeleid door de stuurgroep Co-existentie waarin vertegenwoordigers van landbouworganisaties zitting hebben. Zo ook Biologica, belangenorganisatie van biologische boeren.

Voorzitter Pieter Hijma wil tegenover Resource Online nog geen conclusies trekken uit de proef. ‘Maar de eerste indruk is dat het goed zit. De getallen zijn zo ongelofelijk laag.’ PRI zal de proef volgend jaar herhalen.

Lees ook:
Nederlander heeft niets tegen gen-voeding (26 februari 2007)

Altijd op de hoogte blijven?