De wereldwijde veesector moet binnen tien jaar stoppen met groeien om de opwarming van de aarde te beperken, waarschuwen wetenschappers. Een groep van 58 klimaatexperts van onder meer de Harvard Universiteit roept in een brief in The Lancet Planetary Health Journal regeringsleiders op om allereerst concrete limieten te stellen aan de groei van de veestapel, en zich bovendien in te spannen om de uitstoot en het landgebruik van veeteelt te reduceren.
Wetenschappers zijn het erover eens dat er flink wat moet gebeuren om de opwarming van de aarde tot 1,5°C te beperken. Volgens de brief is aanpak van de veeteelt noodzakelijk, omdat deze sector bij voortzetting van de huidige groei al in 2030 de helft zou opmaken van het totale CO2-budget.
In de brief roepen de wetenschappers op tot een reductie van de veeteelt in ontwikkelde landen. Land dat daardoor vrijkomt zou gebruikt moeten worden voor de productie van duurzamere gewassen voor menselijke consumptie. Wanneer land daar niet voor geschikt is, kan het worden teruggegeven aan de natuur.
Sterke groei, hoge uitstoot
De veeteelt is sterk aan het groeien. Sinds 1990 is de wereldwijde productie van vlees, zuivel en eieren gegroeid van 758 miljoen ton tot 1247 miljoen ton per jaar. Inmiddels is de sector verantwoordelijk voor zo’n 60% van de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw.
Wetenschappers zijn het erover eens dat niet alleen de uitstoot van broeikasgassen moet worden beperkt om de afgesproken maximum-opwarming van 2°C te halen, ook moet er flink wat CO2 aan de atmosfeer onttrokken worden. Dat is alleen mogelijk door een significante hoeveelheid land terug te geven aan de natuur, waarin CO2 wordt opgenomen. De veesector is daarbij het voor de hand liggende doelwit. Want, zo berekenden onderzoekers, de veeteelt neemt meer dan 80% van de wereldwijde landbouwgrond in beslag terwijl het minder dan 20% van de totale hoeveelheid geproduceerde calorieën oplevert.