Palmolie heeft een imagoprobleem, aangezien de grondstof (terecht) in verband wordt gebracht met ontbossing in Zuidoost-Azië. Toch hoeft palmolie niet schadelijk te zijn voor het milieu, zeggen wetenschappers van het Zwitserse Laboratory of Ecological Systems.
Onderzoeker Carlos Quezada keek met zijn collega’s naar palmolieplantages in Colombia die 56 jaar geleden zijn aangelegd op in onbruik geraakte weilanden. Zij onderzochten wat op de lange termijn het effect was qua uitstoot, grondkwaliteit en biodiversiteit. Hoewel er bij het aanleggen van plantages veel koolstof vrijkomt, bleek dat de oliepalmen per hectare meer koolstof vasthouden dan de ongebruikte weidegrond deed. Op de lange termijn is de hoeveelheid koolstof die het ecosysteem opslaat onveranderd ten opzichte van weidegrond.
De kwaliteit van de bodem bleef eveneens onveranderd. Bij het vervangen van de palmen, die ongeveer 25 tot 30 jaar meegaan, blijven de wortels achter in de grond die daar ontbinden en daar in diepere grondlagen voor nieuwe nutriënten zorgen. Omdat de plantages op grasland waren aangelegd, in een gebied waar nooit regenwoud heeft gestaan, is het verlies aan biodiversiteit ook minimaal.
Duurzame palmolie
Moeten bedrijven hun palmolie voortaan dus in Colombia gaan halen? Dat zou het makkelijker maken om een duurzaamheidsclaim op je product te zetten, maar een oplossing voor het probleem is het niet. Een hogere druk op de Colombiaanse palmolieproductie zou net zo goed voor meer ontbossing zorgen. Een grotere vraag vanuit het westen zou bovendien de levering van Colombiaanse palmolie aan nabije landen kunnen verminderen, die op hun beurt de olie weer uit Azië gaan halen. Quezada en zijn collega’s benadrukken vooral dat het niet de palmolie zelf is die schadelijk is; het is de enorme vraag naar de grondstof die tot ontbossing leidt.